De principe-afspraken die hierover zijn gemaakt in de collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) bieden volgens de minister onvoldoende houvast. Hij wil dat de Inspectie van het Onderwijs kan ingrijpen als leraren niet standaard een vast contract krijgen en dat kan alleen middels een wettelijke verplichting.

De verplichting zal op zowel basisscholen als op middelbare scholen gaan gelden. Daarbovenop moet minimaal 80 procent van het personeel in vaste dienst zijn. Ook mag niet meer dan 5 procent van het geld dat scholen krijgen van de overheid worden uitgegeven aan zelfstandigen of uitzendkrachten. Dit voorstel is woensdag in consultatie gegaan. Dat betekent dat leraren, schoolbesturen en andere belanghebbenden op de wet mogen reageren voor behandeling door de Tweede Kamer.

De VO-Raad en PO-Raad vinden dat de minister zich op deze manier te veel bemoeit met het onderwijs. Bovendien zijn vaste contracten al de norm op scholen, zeggen ze, verwijzend naar cao-afspraken hierover en statistieken waaruit dat blijkt. Ook wil de VO-Raad de ruimte houden om tijdelijke contracten aan te bieden als dat in specifieke gevallen nodig is. Bijvoorbeeld als in een krimpregio kan worden voorzien dat in het volgende schooljaar een of twee klassen minder zullen zijn. De Algemene Onderwijsbond (AOb) is wel positief over de plannen van de minister en spreekt van een „broodnodig signaal”.

Wiersma moedigt de belangenorganisaties aan om gebruik te maken van de consultatie door hun bezwaren op papier te zetten. Landelijk ligt het percentage vaste contracten inderdaad hoog, geef hij toe, maar daarmee is niet gezegd dat dit op alle scholen het geval is. „Bij gemiddeldes zitten natuurlijk ook uitschieters naar boven en naar beneden.”

De lobbyclubs moeten volgens de minister gebruik maken van de consultatie om duidelijk te maken in welke uitzonderingsgevallen tijdelijke contracten wel wenselijk zijn. Scholen krijgen in het huidige voorstel al de ruimte om soms vaste contracten met minder uren aan te bieden, merkt hij op.

„Wij doen het allemaal vanuit de gedachte: daar waar je goed voor leraren zorgt, kan je nieuwe werven en zittende leraren behouden”, aldus Wiersma.