De eerste drie dagen van februari buigen ruim 163.000 leerlingen van groep 8 van de basisschool zich over de papieren Eindtoets Basisonderwijs, zoals de toets eigenlijk heet.

Eind februari krijgen ze te horen hoe ze gescoord hebben, meldde de Citogroep gisteren. De Cito-toets helpt leraren, leerlingen en ouders bij de keuze van de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs. Net als vorig jaar neemt 85 procent van de basisscholen de toets af. Het aantal scholieren dat de toets maakt is met 4000 afgenomen.

De Cito-toets meet wat een leerling op de basisschool heeft geleerd. Slagen of zakken kan niet, de score wordt uitgedrukt in een getal tussen de 500 en 550. De scholieren beantwoorden 200 meerkeuzevragen over taal, rekenen en wiskunde en studievaardigheden. Negen op de tien deelnemende scholen doen ook mee aan het onderdeel wereldoriëntatie, dat bestaat uit negentig opgaven. De digitale versie van de Cito-toets heeft dezelfde opzet, maar bevat andere vragen.

Voor de tweede keer is er een zogeheten Niveautoets, bestemd voor leerlingen met een leerachterstand van ten minste anderhalf jaar. Naar verwachting doen daar dit jaar 1100 leerlingen aan mee, net zo veel als vorig jaar. Deze toets was ook vorig jaar al op de computer te maken, evenals de Inhaaltoets voor leerlingen die begin februari verhinderd zijn.