Islamitische bestuurders klagen bij VN over parlementair onderzoek
Drie islamitische bestuurders die in 2020 ondervraagd zijn in een parlementair onderzoek naar buitenlandse geldstromen naar moskeeën in Nederland stappen naar het mensenrechtencomité van de Verenigde Naties. Onder begeleiding van moslimorganisatie Stichting Ummah Project dienen ze een klacht in om zo hun recht halen, staat in een persbericht.
Het gaat om de voormalig voorzitter van de As-Soennah moskee in Den Haag, Hamid Taheri, voormalig directeur van de orthodox-islamitische stichting Al Waqf uit Eindhoven, Nasr El Damanhoury, en voorzitter van de Amsterdamse Blauwe Moskee, Jacob van der Blom.
Volgens het drietal en de stichting was het onderzoek discriminerend en niet objectief. Zo zou er alleen gefocust zijn op de islam en moslims en zouden financiële geldstromen aan islamitische organisaties zoals moskeeën „zonder grondslag of adequate motivatie” als problematisch zijn bestempeld.
Het onderzoek was daarmee „een klassieke heksenjacht tegen moslims en islamitische organisaties”, vinden de bestuurders. „Een onderzoek gebaseerd op onduidelijke termen, achterdocht, wantrouwen en hostiliteit geleid door vooroordelen in plaats van wettelijke grondslagen en mensenrechten.”
Ook was de ondervraging door de speciale commissie van de Tweede Kamer een buitenproportioneel zwaar instrument, zegt advocaat Samira Sabir, die de zaak indiende in opdracht van Ummah Project. „Deze moslims werden ten onrechte publiekelijk - via een livestream en tv-kanalen - in verband gebracht met terrorisme, extremisme, witwassen en verduistering. Zij werden niet gehoord als getuigen maar als verdachten en moesten zichzelf onvoorbereid verdedigen zonder de kans te krijgen daadwerkelijk gehoord te worden.”
De commissie, bestaande uit Kamerleden, ondervroeg begin 2020 zowel moskeebestuurders als deskundigen van bijvoorbeeld de AIVD. Zo wilde de Kamer erachter komen of er geldstromen uit het buitenland naar moskeeën vloeiden die zouden leiden tot „ongewenste beïnvloeding”.
In juni 2020 concludeerde de commissie dat een aantal Nederlandse moskeeën, moskeescholen en andere islamitische organisaties wordt bekostigd en aangestuurd vanuit de Golfstaten en Turkije. Daardoor zouden antidemocratische ideeën vat krijgen op Nederlandse moslims. Een jaar later scherpte het kabinet een wetsvoorstel aan waardoor het mogelijk werd donaties aan organisaties in Nederland tegen te gaan, als die organisaties de rechtstaat (dreigen te) ondermijnen.