Fabrieken Bangladesh tien jaar na ramp nog niet veilig genoeg
Tien jaar na de Rana Plaza-ramp in Bangladesh zijn de veiligheid en gezondheid van fabrieksarbeiders er flink verbeterd, maar het moet nog beter. Dit vinden organisaties die zich inzetten voor betere arbeidsomstandigheden voor mensen die in kledingfabrieken werken.
In kledingfabrieken in landen als Bangladesh en India breekt regelmatig brand uit omdat de brandveiligheid niet op orde is. Om dit te verbeteren hebben internationale vakbonden en bijna tweehonderd internationale kledingmerken tien jaar geleden een akkoord ondertekend, het toenmalige Bangladesh-akkoord, nu het International Accord geheten. Aanleiding was het instorten van de grote kledingfabriek Rana Plaza, waardoor meer dan 1100 mensen overleden en zo’n 2500 mensen gewond raakten.
In de afgelopen tien jaar zijn 150.000 veiligheidsrisico’s vastgesteld in de fabrieken, bijvoorbeeld elektrische installaties die gevoelig zijn voor kortsluiting. Joris Oldenziel, directeur van de organisatie die toeziet op uitvoering van het akkoord, meldt dat inmiddels ruim negen van de tien risico’s zijn aangepakt. Zo zijn er in veel fabrieken bijvoorbeeld nooduitgangen, branddeuren en brandalarmen gekomen. In meer dan 2000 fabrieken zijn veiligheidsinspecties gedaan. Daardoor zijn er veel minder branden dan tien jaar geleden, stelt hij.
Maar er moet nog meer gebeuren, vindt hij. „Van brandalarmen en sprinklerinstallaties moet vaak nog geverifieerd worden dat ze functioneel zijn en voldoen aan internationale standaarden”, stelt hij.
Ook zijn lang niet alle fabrieken nu veiliger. Slechts ruim een derde van de ongeveer 4500 fabrieken in Bangladesh valt onder het akkoord, laat een woordvoerster van Schone Kleren Campagne weten. De meeste fabrieken vallen erbuiten omdat kledingbedrijven het akkoord niet hebben ondertekend. „De veiligheidsrisico’s in de rest van de fabrieken is te groot. Er zijn geen brandveilige deuren, uitgangen worden geblokkeerd en de gebouwstructuur is niet goed.”
Internationaal bekende merken als Levi’s en Ikea hebben het akkoord vooralsnog niet ondertekend. Schone Kleren Campagne heeft ze al vaker aangespoord zich aan te sluiten. „Levi’s profiteert er wel van omdat in sommige fabrieken ook kleding wordt gemaakt voor merken die het akkoord wel hebben ondertekend. Levi’s draagt financieel niet bij en dat ondermijnt het akkoord”, aldus de zegsvrouw.
Dit jaar kwam een soortgelijk akkoord voor kledingfabrieken in Pakistan tot stand. Het is de verwachting dat er de komende jaren ook over overeenkomsten voor India, Sri Lanka en Marokko wordt onderhandeld.