Britten blijven last houden van sterke prijsstijgingen
Britten hadden ook in maart nog last van erg sterke prijsstijgingen. Volgens het Office for National Statistics kwam dat vooral doordat eten en drinken in de supermarkt duurder werden. Dat deed een daling van de benzine- en dieselprijzen aan de pomp voor een groot deel teniet.
Het dagelijks leven werd in het Verenigd Koninkrijk 10,1 procent duurder dan een jaar eerder, waarmee de inflatie nauwelijks afnam ten opzichte van februari. Toen gingen de prijzen in doorsnee met 10,4 procent omhoog.
Die hardnekkig hoge inflatie staat in contrast met de ontwikkeling in de eurolanden. Daar gingen de prijzen vorige maand veel minder hard omhoog dan in februari. In Nederland halveerde de inflatie bijvoorbeeld.
Voor de Britse premier Rishi Sunak zijn de nieuwe cijfers een tegenvaller. Een van zijn belangrijkste beloftes is om de inflatie dit jaar te halveren, wat ook de populariteit voor zijn gehavende Conservatieve Partij moet vergroten.
De hoge inflatie was het afgelopen jaar een grote bron van onvrede in het Verenigd Koninkrijk. Veel werknemers in bijvoorbeeld het openbaar vervoer en de gezondheidszorg gingen over tot stakingen, omdat de gestegen prijzen het steeds moeilijker maken rond te komen als de lonen niet meestijgen.
Voor de Britse centrale bank betekent de blijvend hoge inflatie waarschijnlijk dat er voorlopig geen einde komt aan renteverhogingen. Gouverneur Andrew Bailey van de Bank of England liet eerder doorschemeren dat een pauze met die renteverhogingen mogelijk was. Maar dan zou de inflatie wel eerst hard moeten dalen.