Door de uitgebarsten strijd tussen een groep paramilitairen en de strijdkrachten is de WHO niet in staat faciliteiten opnieuw te bevoorraden, terwijl de huidige voorraden nu zijn uitgeput.

Ziekenhuizen in de hoofdstad Khartoem hebben volgens Tedros niet genoeg personeel en middelen om gewonde burgers te behandelen. Daarnaast zijn er ook nog andere problemen, bijvoorbeeld stroomstoringen, aanvallen op ziekenhuizen en plunderingen.

De WHO-chef roept alle betrokken partijen op „onbeperkte en veilige toegang tot gezondheidsfaciliteiten” mogelijk te maken voor gewonden en alle anderen die medische zorg nodig hebben. Onder de overleden slachtoffers zijn volgens de gezondheidsorganisatie drie medewerkers van het Wereldvoedselprogramma.