Aantal Messiasbelijdende Joden in Israël verdriedubbeld
Het aantal Joden dat in de Messias gelooft, groeit in Israël. Tegelijkertijd zien Messiasbelijdende gemeenten zich voor grote uitdagingen geplaatst.
Dat zei Alexander Goldberg, directeur van het Caspari Center in Jeruzalem, vrijdag op een symposium met de titel ”De Messiaanse beweging op weg naar de volwassenheid” aan de Christelijke Hogeschool in Ede. De bijeenkomst, die ruim tachtig bezoekers trok, werd georganiseerd door het Centrum voor Israëlstudies en de Stichting Messiasbelijdende Joden.
Het Caspari Center, dat fungeert als een informeel kerkelijk bureau van de Joods-Messiaanse beweging, deed in 1999 voor het eerst diepgaand onderzoek naar de Messiaanse beweging in Israël. Dit onderzoek werd drie jaar geleden herhaald, om een duidelijk beeld te geven van de actuele omvang van de groep Messiasbelijdende Joden. Goldberg voerde dit onderzoek uit, samen met David Serner.
In de afgelopen twintig jaar heeft God grote wonderen gedaan en zijn de Messiaanse gemeenten behoorlijk gegroeid, zegt Goldberg. Het aantal gemeenten is in twintig jaar gestegen van zo’n 80 naar 280. Het aantal Messiasbelijdende Joden verdriedubbelde van 5000 tot iets meer dan 15.000 personen. „Deze groei is alleen te danken aan God. Blijf voor ons bidden.”
Immigranten
De groei gaat drie keer sneller dan de bevolkingsgroei, stelt Goldberg. Opvallend is dat het aantal Hebreeuwssprekende gemeenten daalde van 70 naar 42 procent. Veel gemeenten bestaan uit immigranten en horen de preek in een andere taal zoals het Russisch, Engels, Spaans of Amhaars.
De 280 gemeenten, verdeeld in huisgemeenten van maximaal twintig personen en kerkelijke gemeenten, zijn inhoudelijk heel divers. Zo wordt er niet hetzelfde gedacht over vrouwelijke ambtsdragers.
Een andere opvallende uitkomst is dat veel leiders weinig onderwijs hebben genoten. Ook ervaren Messiaanse gemeenten discriminatie door de overheid, doordat ze belasting moeten betalen terwijl synagogen en moskeeën daarvan vrijgesteld zijn.
Na de pauze sprak dr. Meno Kalisher, voorganger van een van de grootste Joods-Messiaanse gemeenten in Jeruzalem, de zaal toe via een vooraf opgenomen boodschap. Kalisher is docent van het Israël College of the Bible in Nethanya en auteur van verschillende boeken.
De voorganger vertelde dat begin jaren zeventig de groep Messiasbelijdende Joden uit hooguit 400 mensen bestond. „De eerste generatie voorgangers was gericht op overleven. De tweede generatie, waartoe ik behoor, is geboren in Israël, groeide daar op, ging in het leger en betaalde belasting. We voelen ons hetzelfde als ieder andere inwoner. We willen niet als tweederangs burger behandeld worden.”
De gemeente waarvan hij voorganger is, startte ooit als huisgemeente. „Een aantal godvrezende mensen gaf onderwijs uit Gods Woord.” In 1991 werd de huisgemeente een officiële gemeente. „Sinds die tijd vergaat het ons net als in de tijd van Handelingen 2: God voegde vele zielen toe. De gemeente is gegroeid naar 350 mensen.”
De gemeenschap is actief om minder bedeelden te helpen en legt zich toe op evangelisatie. Zo gaf men commentaren uit over de boeken Spreuken, Galaten en Jakobus en steunt men een voorganger in Zuid-Sudan, die uit de gemeente van Jeruzalem afkomstig is.
Binnenuit
De kerk staat voor grote uitdagingen, stelde Kalisher. „Het grootste gevaar komt niet van buitenaf en staat los van economische factoren, maar komt van binnenuit. Het gaat om de theologisch zuiverheid van het Evangelie. We moet niet wegdrijven van het Evangelie.”
Om die reden is er de Bijbelschool in Nethanya, stelde Kalisher. „Onze kerk is nog jong. De eerste voorgangers hadden er vaak een nog baan bij. Nu kan dat niet meer. Voorganger zijn is geen bijbaan, maar iets waar je de hele week mee bezig ben. De kudde van God heeft het beste nodig: door God geleerden en gestudeerden.”
Kalisher hoopt op groei. „Ik bid dat het lichaam van Christus geestelijk zal groeien. Wat zou het mooi zijn als alle voorgangers goed onderwijs ontvangen. De groei zit hopelijk niet in de getallen, maar in kennis van God.”
De voorganger uit Jeruzalem riep de aanwezigen op: „Bid voor ons. Wij bidden ook voor jullie. Houd van het Joodse volk omdat God een plan met hen heeft.”