Dit is de conclusie van een onderzoek dat drs. B. van Eeuwijk, plaatsvervangend korpschef van politie Gooi en Vechtstreek, woensdag in Vlissingen presenteerde.

Op basis van dit onderzoek heeft hij het zogenoemde COPPER-model ontworpen. Dit model, genoemd naar het Engelse woord voor agent, is bedoeld als leidraad voor politieleiders. Het onderzoek wordt volgende maand gepubliceerd in de nationale politiekrant en moet als model landelijke navolging krijgen.

Van Eeuwijk doet in zijn model een aantal aanbevelingen. Zo moet er meer blauw op straat komen, de politie moet de sfeer van de buurt proeven om goed te kunnen optreden en de taken moeten meer gebiedsgebonden worden aangepakt. De politie moet zich oriënteren op de problemen die het meest voorkomen en die dan ook als eerste aanpakken.

Oorzaken van onveiligheid verschillen per gebied en zijn ook afhankelijk van landelijke gebeurtenissen, zoals de moord op Theo van Gogh en de terreurdreiging. Voor woningbouwverenigingen, de hulpverlening in het algemeen en gemeenten ligt hier dus ook een taak om burgers meer een gevoel van veiligheid te geven, aldus Van Eeuwijk.

Een voorbeeld van hoe de politie met gevoelens van onveiligheid moet omgaan was voor Van Eeuwijk het optreden van hoofdcommissaris Welten van Amsterdam na de moord op Van Gogh. Hij vond het belangrijk dat er agenten de wijk ingingen om de sfeer te proeven, waar nodig de gemoederen te sussen en te manen tot kalmte.