Opnieuw stremming Julianakanaal door werkzaamheden
Na de wekenlange stremming van het scheepvaartverkeer op het Julianakanaal kondigt Rijkswaterstaat opnieuw een stremming aan, en opnieuw wegens het werk aan het verruimen van het kanaal tussen Berg en Obbicht. Om de 3 kilometer van het kanaal tussen beide dorpen te kunnen verruimen moet het kanaal ter plekke worden drooggelegd. Dat heeft grote gevolgen voor het scheepvaartverkeer, aldus Rijkswaterstaat. Daarom wordt ernaar gestreefd de werkzaamheden zo te plannen dat de overlast zo beperkt mogelijk is. In de zomer komt hierover meer duidelijkheid, maakte RWS dinsdag bekend.
Aannemer Van den Herik Sliedrecht werkt aan de verdieping en verbreding van 3 kilometer Julianakanaal, waarmee de vaarweg geschikt wordt voor langere en diepere schepen. Op 23 februari liep een bouwkuip plotseling vol water terwijl net was begonnen met het verdiepen van het kanaal. De verbreding was al rond. De ingezakte damwand werd gerepareerd, maar het scheepvaartverkeer lag weken stil. Er kwam een omleidingsroute via het Albertkanaal bij Maastricht. Sinds 20 maart kunnen schepen weer langs de damwand varen, maar alleen onder begeleiding en met maximaal 6 kilometer per uur.
De problemen zijn daarmee niet opgelost, aldus RWS. „De volgende stap is het afronden van de werkzaamheden aan de bodem en het verwijderen van de bouwkuip, zodat scheepvaart weer zonder beperkingen mogelijk is over de volledige breedte van het kanaal”, aldus de dienst. Ook buiten de bouwkuip moet het kanaal verbreed en verdiept worden tussen Beek en Obbicht. RWS onderzoekt nu meerdere scenario’s hoe en wanneer dat kan gebeuren.
Vast staat al dat het kanaal ter hoogte van de werkzaamheden drooggezet moet worden. „Ondanks grondige voorbereiding en uitgebreid onderzoek heeft de praktijk bij dit bouwvak laten zien dat er toch een risico is bij het uitvoeren van deze werkzaamheden terwijl er water in het kanaal staat”, aldus Wim Fabries, hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat Zuid-Nederland. „Hoe klein dat risico ook is, de impact is meteen groot. Met het oog op de veiligheid van werknemers, omwonenden en de scheepvaart willen we dat risico niet nogmaals nemen.”