„Non-binaire mensen zijn niet slechts onderwerp van wetenschappelijk debat, maar bovenal en in de eerste plaats mensen”, schrijft hij in antwoord op Kamervragen van SGP en PVV. De minister doelt daarmee op mensen die zich noch als man noch als vrouw identificeren. Het ontkennen van hoe mensen zich identificeren is volgens de minister niet slechts een stellingname in een wetenschappelijk debat. „Het kan ook worden uitgelegd als ontkenning van hun bestaansrecht en van de vrijheid om zichzelf te mogen zijn.” Non-binair is een genderidentiteit, stelt hij vast.

Aanleiding voor de Kamervragen was een artikel in het Reformatorisch Dagblad over de wokecultuur op universiteiten. Docenten zeiden daarin dat de ruimte voor afwijkende meningen daardoor verdwijnt. Zo kan Laurens Buijs, wetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), amper de discussie voeren over zijn kritiek op het verschijnsel non-binariteit zonder beschuldigd te worden van discriminatie.

De minister zegt niet specifiek te kunnen ingaan op de kwestie-Buijs. Wel schetst hij in de beantwoording de norm van het kabinet.

Studenten mogen volgens Dijkgraaf geconfronteerd worden met opvattingen die hen niet bevallen als dat functioneel is voor het onderwijs en discussies goed begeleid worden. Tegelijk hoort het in zijn ogen bij een veilige en inclusieve leeromgeving dat een student zich durft uit te spreken als hij zich gekwetst, gediscrimineerd of onveilig voelt.

Open brief

Vijftien wetenschappers riepen vrijdag de universiteiten en minister Dijkgraaf in een open brief in de Telegraaf op om „krachtig afstand te nemen van cancelcampagnes van activistische studenten tegen docenten met onwelgevallige standpunten”. De ondertekenaars zeggen dat het „in toenemende mate moeilijk, zo niet onmogelijk” is zaken van publiek belang, met respect voor elkaars standpunt, te bespreken. Exemplarisch is daarbij de oproep tot ontslag van UvA-docent Buijs.