Arnhem mag bouwen in uiterwaarden van Nederrijn
Arnhem mag maximaal 430 woningen bouwen in de uiterwaarden van de Nederrijn. De bouw zorgt weliswaar voor stikstofuitstoot op twee naastgelegen natuurgebieden, maar dat wordt gecompenseerd door de snelheidsverlaging op rijkswegen. En het beoogde gebied is weliswaar aangewezen als broedgebied voor de beschermde kwartelkoning, maar is daar in de praktijk ongeschikt voor. Daarom mocht voor het project een natuurvergunning worden afgegeven.
Dat heeft de Raad van State bepaald in een al jaren slepende zaak die de Vereniging Milieudefensie en de Arnhemse Stichting Kloppend Stadshart hadden aangespannen tegen de ontwikkeling van het gebied Stadsblokken Meinerswijk aan de zuidzijde van de rivier, tegenover het Arnhemse centrum. Hoewel het plan voorziet in veel ruimte voor natuur en recreatie, zijn de bezwaarmakers bang dat de uiterwaardennatuur te veel lijdt onder de bouw van woningen en de aanleg van wegen. Ook is volgens hen de waterveiligheid in het geding.
In het gebied zijn al hoogwatervrije terreinen. Voor de woningbouw komen er nog meer opgehoogde terreinen. Ook gaat er een nevengeul voor de Rijn door het uiterwaardenpark stromen, wat volgens Arnhem van belang is voor de openbare veiligheid. De hoogste bestuursrechter vindt ook dat het creëren van ruimte voor de rivier een dwingende reden van groot openbaar belang is. Er zijn daarnaast volgens de raad voldoende garanties dat de waterveiligheid zelfs bij extreem hoge waterstanden niet in het geding is. De waterafvoer van de Nederrijn verandert weliswaar iets door de bouw, maar dat kan via stuwen geregeld worden, terwijl er ook nog meer rivierverruimende maatregelen in de buurt in de nabije toekomst zijn voorzien. Voor het project mocht dus ook een watervergunning worden afgegeven.
De Raad van State is het met Arnhem eens dat het project geen negatieve gevolgen heeft voor de beschermde kwartelkoning. De graslanden waar die vogel zou kunnen broeden zijn bij boeren in gebruik. Die maaien geregeld in het voorjaar. In mei, als de kwartelkoning in Nederland arriveert, zijn er in het uiterwaardengebied dus geen hoge graslanden die deze vogel nodig heeft om te nestelen.