„Nederland heeft vier droge zomers gezien de afgelopen vijf jaar”, memoreert Harbers. Tijdens die zomers verdorden grote delen van het land en moesten boeren maar ook burgers zuiniger doen met water. Met het afvoeren van water heeft Nederland veel ervaringen, maar water vasthouden voor de zomer is een grotere uitdaging.

Ook wat betreft waterkwaliteit moet Nederland veel werk verzetten. Op meer dan de helft van de Nederlandse bodem is landbouw. Mest of onkruidverdelgers spoelen daar weg in het water. Vanuit Brussel zijn hier afspraken over gemaakt: vanaf 2027 moeten landen de benodigde maatregelen hebben genomen om de waterkwaliteit te herstellen. Volgens Harbers wordt hier hard aan gewerkt en is hier ook geld voor.

Maar experts vrezen een crisis zoals die met stikstof: het land kan dan op slot blijven, omdat het water zo vervuild is dat bijvoorbeeld bouw of veeteelt in de buurt niet meer kan. Harbers denkt niet dat het zo’n vaart loopt. „Stikstof komt in de lucht en slaat neer door het hele land. Met waterkwaliteit gaat het om het stroomgebied, dat is veel meer regionaal.”

Tijdens de mede door Nederland georganiseerde VN-Waterconferentie wisselen landen ideeën en oplossingen uit voor watergerelateerde problemen. Wat Nederland eerder al had opgestoken door te kijken naar het buitenland, is het zogeheten beekdalherstel. „Wij hebben stromen en rivier rechtgetrokken, maar daardoor stroomt het water veel sneller weg”, zegt Harbers. „Door ze weer te laten meanderen, hou je meer water vast. Ook is er omheen dan minder landbouw, waardoor er minder stoffen in uitspoelen.”

Bij andere landen bespeurt Harbers ook een gevoel van urgentie om waterproblematiek aan te pakken. „De vorige waterconferentie was ruim veertig jaar geleden. Iedereen heeft nu zoiets van: dit moet niet te lang meer duren.” De minister is er dan ook „gerust op” dat de aanpak van waterproblematiek mondiaal meer tempo zal krijgen.