Woud aan beroepen besluitvorming herstel toeslagenaffaire groeit
De Belastingdienst, slachtoffers van de toeslagenaffaire en de rechtbank raken steeds verder verstrikt in procedures over compensatie voor de geleden schade, bleek vrijdag tijdens een zitting bij de rechtbank in Utrecht. Een meervoudige kamer boog zich over vier zaken van slachtoffers die al lang wachten op een besluit over een schadevergoeding.
Wie te lang moet wachten op zo’n besluit kan naar de rechter stappen en volgens de rechtbank komen er „steeds meer” van zulke zaken binnen: in 2022 ruim 550, waarvan er ruim 300 konden worden afgehandeld. De grote aantallen zaken die slachtoffers aanspannen waren voor de rechter reden om de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT), die handelt namens de Belastingdienst, te ondervragen.
Want ook bij de rechtbank ontstaat een berg aan zaken. Zo komen slachtoffers dus óók daar in een wachtrij. „Als u beroep instelt en er gebeurt niks omdat het hier op de stapel komt te liggen, dan hebt u er ook niets aan”, aldus de voorzitter van de meervoudige kamer tegen de slachtoffers en hun advocaten.
Maar het grote aantal beroepen zorgt voor meer problemen. De UHT behandelt aanvragen voor compensatie in principe op chronologische volgorde: de aanvraag die als eerste binnenkomt, wordt als eerste behandeld. Maar de aanvraag van een slachtoffer dat succesvol beroep aantekent tegen de trage besluitvorming van de UHT krijgt voorrang op de rest. Niet iedereen die lang moet wachten stapt naar de rechter en krijgt daarna dus voorrang. Is dat niet oneerlijk, vroeg de rechtbank zich af.
Bovendien: hoe groter het aantal aanvragen dat met voorrang behandeld moet worden, hoe minder er van die voorrang overblijft. „Je kunt niet met z’n allen bovenop de stapel liggen”, vatte de voorzitter het samen.
De UHT zelf gaf aan dat de trage besluitvorming onder meer wordt veroorzaakt door personeelskrapte en het grote aantal aanvragen. Dat het om een structureel probleem gaat bij de organisatie was vrijdag duidelijk. Het lukt de UHT niet om zich te houden aan de wettelijke termijn voor besluiten „en dat zal ook zo blijven”, zeiden vertegenwoordigers van de UHT. De organisatie werkt overigens aan „opschaling” en verwacht bovendien 90 procent van de aanvragen voor 2025 te hebben afgerond.
Sommige slachtoffers wachten al maanden of jaren op een besluit over compensatie. Hun advocaten benadrukten tijdens de zitting de frustratie die dat zowel bij hun cliënten als henzelf oplevert. Een van de advocaten vond de verklaring van de UHT over de trage besluitvorming niet genoeg. „Wat ik mis is dat ze zeggen: ja, we hebben ons verkeken.”
De rechtbank doet op 14 april uitspraak over de vier zaken.