Het kind kwam in de namiddag vast te zitten tussen de bedbodem en de spijlen van het bedje in een vestiging van de stichting aan de Parklaan. Enkele dagen later overleed ze in het ziekenhuis.

De ouders willen dat het geld naar het Liliane Fonds en naar Warchild gaat. Ook is er een voorwaardelijke boete van 20.000 euro geëist voor het geval de stichting niet betaalt of weer een gevaarlijke situatie laat ontstaan. Pols vindt dat er in het kinderdagverblijf zo veel is misgegaan, dat straf noodzakelijk is. „Een geldboete geeft in de verste verte geen genoegdoening voor het verlies van hun kind, maar het geeft de ouders wel de mogelijkheid de zaak af te sluiten.”

Volgens justitie was zes dagen voor het ongeluk al bekend dat het bedje stuk was. Leidsters plaatsten een reiswieg in het bedje om te voorkomen dat iemand de slaapplaats toch zou gebruiken. De reiswieg werd verplaatst en een leidster van een andere afdeling legde het meisje in het kapotte bedje. Een klein kwartiertje later bemerkte een andere leidster dat het kind klem zat en geen adem meer haalde.

De rechtbank poogde maandag in Rotterdam het ongeluk te reconstrueren. Het betreffende kinderbedje was ter zitting aanwezig en de leidsters moesten met een pop laten zien hoe het meisje precies klem was komen te zitten. Ook de psychiater die naast het kinderdagverblijf werkt en eerste hulp bood aan het meisje, werd gehoord om uit te vinden wat er nu precies gespeeld heeft.

Justitie besloot de getuigen in de zaak niet strafrechterlijk te vervolgen voor hun rol. „Al die stukjes schuld kun je bij elkaar optellen en bij de stichting neerleggen”, stelde Pols. „De ouders zijn hierdoor getroffen, maar de leidsters van het kinderdagverblijf net zozeer. Mede daarom hebben we ervoor gekozen de stichting te vervolgen voor dood door schuld. Dit had niet hoeven gebeuren als er afspraken waren gemaakt.”

De uitspraak is op 31 januari.