Het gaat om een huisarts uit Apeldoorn die al jaren in de clinch ligt met collega’s in verband met het waarnemen van elkaars diensten. Twee keer, in 1993 en in 2001, is de inspecteur voor de gezondheidszorg er aan te pas gekomen om de zaak vlot te trekken. Het resultaat was dat de Apeldoorner niet deelnam aan de huisartsenpost, maar wel in de waarneemregeling meedraaide.

De conflicten bleven zich opstapelen. Zo vond de arts dat hij te veel weekenddiensten moest draaien. Als gevolg van deze problemen raakte hij in 2003 burn-out en stopte hij met werken. Zijn praktijk wordt sindsdien gerund door de huisartsengroep waar de aangeklaagde arts deel van uitmaakt.

De 56-jarige huisarts wil weer aan het werk, maar zijn vroegere collega’s willen niet meer praten over samenwerking wat betreft de waarneming. Dat hebben ze terecht geweigerd, oordeelde het tuchtcollege. Het is ten eerste nog volstrekt onduidelijk of hij echt weer een praktijk zal beginnen. Ten tweede is hij niet aangewezen op de gewraakte waarneemgroep, omdat er meer zijn in Apeldoorn.