Dat staat in het advies ’De stand van educatief Nederland’ van de Onderwijsraad, dat maandag is verschenen. Minister van der Hoeven (Onderwijs) omarmde bij monde van haar hoogste ambtenaar K. van der Steenhoven het idee van een lijst met de onmiskenbare hoogtepunten van de Nederlandse cultuur. Aan de voorzitters van vijf adviesraden gaat de minister vragen wat er in de canon moet komen te staan. Het gaat om onder anderen de voorzitters van de Onderwijsraad, de Raad voor Cultuur en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).

Net als de raad benadrukte Van der Steenhoven dat het niet alleen om geschiedenis gaat, maar ook om cultuur, techniek en geografie. Als voorbeeld citeerde hij uit het advies van de Onderwijsraad waar de Beemster als cultureel erfgoed wordt opgevoerd. In het landschap van die droogmakerij komen techniek, geografie en cultuur samen.

Volgens de Onderwijsraad moeten bij de examens in het voortgezet onderwijs de belangrijkste zaken van de geschiedenis en cultuur aan de orde komen. Ook zou deze canon terug moeten komen in de kerndoelen binnen het basisonderwijs. In de kerndoelen is vastgelegd wat de leerlingen moeten weten als ze van school gaan.

De raad denkt dat een richtsnoer voor delen van de cultuur en geschiedenis die in het onderwijs aan de orde moeten komen, nodig is in een samenleving met verschillende culturen. Om die te kunnen begrijpen is het belangrijk dat jongeren de eigen culturele identiteit en ’het verhaal van Nederland’ kennen.

Naast het verplichte deel van de canon is er ook een deel dat leraren kunnen gebruiken om de lesstof uit te diepen. Dat is niet verplicht. Verder moet er nog een lijst komen met zaken van nationaal belang die nog niet in het onderwijs aan de orde hoeven te komen.

In een ander deel van het advies stelt de Onderwijsraad dat Nederland meer moet doen om internationale afspraken over ontwikkeling van de kenniseconomie waar te maken. Sterk punt van het Nederlandse onderwijs is de keuzevrijheid voor leerlingen en de autonomie van scholen, in combinatie met goed toezicht. Maar het aantal schoolverlaters is in vergelijking met de rest van Europa te hoog en ook de aandacht voor bijzonder begaafde leerlingen laat te wensen over.