Meer oeverplanten langs Utrechtse sloten door zorgvuldig beheer
De biodiversiteit van sloten rond de stad Utrecht is fors verbeterd doordat boeren zorgvuldiger zijn omgegaan met baggeren, mesten en maaien in en langs de watergangen. Er bloeien veel meer soorten oeverplanten en zelfs het zeer zeldzame Rossig fonteinkruid is op een locatie teruggekeerd. De waterkwaliteit van de sloten moet nog wel verder verbeterd worden, schrijft kennisorganisatie Floron.
Floron houdt zich speciaal bezig met het voorkomen van wilde plantensoorten in Nederland. De organisatie heeft tussen 2014 en 2021 gemeten wat het effect was van een project van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden om bloeiende slootranden te laten terugkeren in het landschap. Aan het project deden tientallen boeren en agrarische collectieven mee.
De vegetatie langs zestig sloten is zeven jaar lang in de gaten gehouden. Langs de ecologisch beheerde sloten kwamen gemiddeld veertig soorten oeverplanten in bloei. Op sommige plaatsen zijn zelfs 85 verschillende soorten zoals moeraswalstro, gele lis, moerasvergeet-me-nietje en pitrus geteld. Hoewel de krooslaag op de sloten ook afnam, wat gunstig is voor plantengroei, bleven in het water toch vooral planten groeien die gedijen bij een voedselrijke omgeving. Het schap en de boeren nemen maatregelen om te proberen nog minder voedingsstoffen door onder andere mest in het water terecht te laten komen.