Mens & samenlevingpsychologie

Marshmallowtest bij kleuters: wat zegt die over hun toekomst?

Wil je kind alles hebben en ook nog eens meteen? Of is hij, met een beloning in het vooruitzicht, prima in staat te wachten? Wat zegt dat over hem, nu en in de toekomst? De marshmallowtest geeft het antwoord. Of toch niet?

3 March 2023 07:51Gewijzigd op 3 March 2023 07:58
beeld RD, Jos Ansink
beeld RD, Jos Ansink

Het is al jaren een zeer geliefd experiment onder, vooral hoogopgeleide, ouders: de marshmallowtest. Logisch, want het testje neemt nauwelijks meer dan een kwartier in beslag en de voorspellende waarde zou groot zijn.

De uitvoering van de test is eenvoudig. Laat een kind –in de leeftijdscategorie van 3 tot 7 jaar– aan tafel plaatsnemen. Zet een bordje voor hem neer met een marshmallow of een zoute stick, afhankelijk van zijn voorkeur. Vertel hem dat je een poosje weggaat en het kind zelf mag weten of hij de versnapering opeet of bewaart.

Aan die keuze is één maar verbonden. Als het kind al die tijd van de lekkernij af kan blijven, krijgt hij er hij na afloop van de wachttijd nog eentje. Het is de bedoeling dat hij blijft zitten. Hij mag niet weglopen of in een hoekje gaan zitten spelen, zo ver mogelijk van het verleidelijke eten vandaan.

Op dat punt gekomen laat de volwassene de proefpersoon alleen, maar intussen loopt de camera. Die registreert niet alleen of hij op zijn stoel blijft en het snoepgoed al dan niet opeet, maar legt ook gelaatsuitdrukkingen, bijna-opeetmomenten en een aan zichzelf geadresseerde peptalk vast.

De marshmallowtest heeft een duidelijke leeftijdsbeperking en is grofweg alleen geschikt voor kleuters. Jongere kinderen hebben het spekkie waarschijnlijk al op voor je klaar bent met de uitleg. Oudere vinden een kwartier wachten op een extra spekkie de moeite van het wachten niet waard. Geef ze eens ongelijk.

19101764.JPG
beeld RD, Jos Ansink

Overstag

Niet alleen de uitvoering, ook de gedachtegang achter de beroemde marshmallowtest is kinderlijk eenvoudig. Krijgt het kind het voor elkaar om een kwartier lang te wachten, dan toont het karakter, zo werd decennialang gedacht. Toch wordt op grond van nieuw onderzoek de voorspellende waarde zeker de laatste jaren met een flinke korrel zout genomen.

Dat betekent niet dat de test dan maar de prullenbak in moet. Het is en blijft een mooi instrument dat inzichtelijk maakt hoe je kind zich ontwikkelt. En het is weer eens wat anders dan een potje mens-erger-je-niet. Al is de voorspellende waarde daarvan misschien nog wel groter…

De minutenlange filmbeelden die tonen welke capriolen en overleggingen een kind in de strijd werpt, zijn niet alleen vermakelijk om te zien, maar leveren ook een schat aan informatie op over het karakter van de jeugdige proefpersoon. Sommige kinderen blijven met een serieus gezicht keurig recht op hun stoel zitten. Andere knijpen in het spekkie, ruiken en likken eraan, om dan met een verschrikt gezicht hun armen weer over elkaar te doen. Er zijn er zelfs die heel berekenend her en der een hapje nemen, intussen beoordelend of er nog genoeg overblijft om de schijn te wekken dat ze niet hebben gegeten.

Niet zelden verdwijnt de versnapering na een minuut of wat alsnog in de mond. Overstag gaan, betekent overigens niet meteen dat het kind heeft gefaald. Iedere minuut extra die een kind kan wachten, laat zien dat het met de zelfbeheersing nog niet zo slecht gesteld is. Een kwartier is lang. Eindeloos misschien wel in de ogen van een kleuter. Maar de belofte van de ouder dat hij terug zal komen, is ook wat waard. Dus wacht hij en wacht hij en wacht hij. Minstens zo veelzeggend is de reactie van de ouders op het resultaat van hun kind, al krijg je die lang niet altijd te zien. Tekenend is dat het aantal filmpjes op internet dat kinderen toont die het lukt om een kwartier te wachten vele malen groter is dan dat waarin te zien is dat een kind het snoepgoed na korte of langere tijd toch opeet.

19101766.JPG
beeld RD, Jos Ansink

Vertrouwen

De marshmallowtest duikt rond de jaren zeventig voor het eerst op. Hij komt uit de koker van de Amerikaanse psycholoog Walter Mischel, werkzaam op de prestigieuze Stanford University. De opzet van zijn experiment is wat ingewikkelder dan de hedendaagse, populaire versie. Oorspronkelijk gaat het om drie afzonderlijke onderzoeken, die eindeloos zijn herhaald en uitgebreid. In eerste instantie krijgt het kind altijd een beloning. Weet hij zich te beheersen, dan krijgt hij opnieuw de lekkernij van zijn keuze. Lukt dat niet, dan krijgt een liefhebber van een spekkie een zoute stick, en omgekeerd.

Mischel concludeert dat de tijd die kleuters kunnen wachten fors toeneemt als ze intussen met iets kunnen spelen of de volwassene vooraf het advies geeft om aan iets leuks te denken. Zelfs als ze hun beloning niet kunnen zien, helpen de afleidende activiteiten de kleuters vol te houden. Daarbij is het wel belangrijk dat het eten zich 
(afgedekt) in dezelfde ruimte bevindt. Daarnaast is vertrouwen in de volwassene die de instructies geeft essentieel.

De grote vraag voor Mischel en zijn team is het effect van de uitkomst van de test op het latere leven. In 1990 neemt hij zijn proefpersonen opnieuw onder de loep. De Amerikaanse onderzoeker legt zijn oorspronkelijke uitkomsten naast de SAT-scores die deze kinderen later behaalden. Die zijn vergelijkbaar met onze Cito-scores en zeggen iets over het niveau dat iemand heeft bij spelling, taal, rekenen en algemene ontwikkeling.

Mischel concludeert dat je grofweg kunt stellen dat een langer uitstel van behoeftebevrediging bij jonge kinderen in het latere leven een hogere SAT-score betekent. Tegelijkertijd houdt hij een slag om de arm. Helaas delen slechts 94 van de 653 oorspronkelijke proefpersonen hun SAT-score, te weinig om harde conclusies te trekken.

Eigenwaarde

In 2000 doet Özlem Ayduk, destijds werkzaam bij Columbia University (New York) en vandaag de dag als hoogleraar verbonden aan University of California (Berkeley), het onderzoek dunnetjes over. Het lukt haar om meer mensen op te sporen, wat de betrouwbaarheid van haar uitkomsten ten goede komt.

Ayduk ziet een verband tussen een geslaagde marshmallowtest als kind en de aanwezigheid van eigenwaarde, zelfvertrouwen en goede omgang met stress op latere leeftijd. Het verband is wel zwakker dan Mischel zelf in eerder onderzoek suggereert.

Ook interessant is de relatie tussen lichaamsgewicht en wilskracht, die al eerder wordt gesuggereerd en in 2013 door Tanya Schlam (University of Wisconsin-Madison) ook daadwerkelijk is aangetoond. Zij concludeert dat elke minuut die een kleuter langer kan wachten gemiddeld genomen een afname van 0,2 punten op de in de gezondheidszorg veelgebruikte BMI-index geeft. De BMI-waarde is het gewicht (in kilogram) gedeeld door het kwadraat van de lichaamslengte (in meters). Een afname van 0,2 punten per extra minuut lijkt weinig, maar is zeker niet niks. Het verschil tussen gelijk opeten en helemaal wachten is drie punten op de BMI-schaal, wat algauw neerkomt op een verschil van een kilo of tien.

Deze bevindingen kunnen frustrerend zijn voor mensen die jarenlang kampen met overgewicht en na talloze lijnpogingen alleen maar zijn gegroeid. Zij –en ook hun omgeving– wijten dat vaak aan een gebrek aan wilskracht.

19101767.JPG
beeld RD, Jos Ansink

Spaarstand

Bovenstaande gegevens lijken dat te bevestigen, maar toch is er meer aan de hand. Vrijwel alle diëten hebben een veel te hoog tempo. Het lichaam doet er alles aan om het tekort te beperken en gaat op de spaarstand. Die is helaas blijvend, dus op het moment dat iemand zijn dieet vaarwel zegt en gaat eten als vanouds, wordt hij zwaarder dan ooit. Dit heeft niets met wilskracht te maken, maar met de diëten. Die zetten in op hongeren, wat niet gezond, niet normaal en niet vol te houden is. Stapje voor stapje ongezonde keuzes inwisselen voor gezonde, is een veel betere methode, aldus het Voedingscentrum. Of, zoals Schlam het zegt, de beste manier om jezelf te beheersen is voorkomen dat het nodig is.

Zak snoep

In 2018 neemt opnieuw een wetenschapper een groep proefpersonen die aan de originele marshmallowtest meedeed onder de loep. Deze studie, uitgevoerd door Tyler Watts, destijds verbonden aan New York University, is zonder twijfel de grootste aanval op Mitschels bevin-
dingen en lijkt de nekslag voor de marshmallowtest te zijn.

Het effect van de uitkomst op het latere leven blijkt veel zwakker dan altijd gedacht. Wanneer de onderzoeker corrigeert voor de sociaal-economische omstandigheden van de proefpersonen, dan verdwijnt het verband zelfs volledig. Wel blijft staan dat er een verschil is tussen proefpersonen uit de hogere en de lagere klasse. Dat verschil tussen mensen blijkt dus belangrijker en een goede graadmeter voor succes en welbevinden in het latere leven. Het zegt meer dan het uitstel van de behoeftebevrediging als kleuter.

Ondanks deze vrij recente aanval halen psychologen de marshmallowtest veelvuldig en met instemming voor het voetlicht. Wellicht kan herhaling van de oorspronkelijke test onder andere voorwaarden nog nieuws brengen. Bijvoorbeeld door niet een enkel spekkie of magere zoute stick te nemen, maar een flinke koek of een hele zak snoep. Dan kan meteen de leeftijdsgrens wat worden opgerekt en wordt de challenge wellicht zelfs voor volwassenen interessant.

Meer over
Psychologie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer