Meer mensen hekelen vliegtuiggeluid, ondanks minder vliegverkeer
Meer Nederlanders zeiden in 2020 last te hebben van het geluid van vliegtuigen in hun omgeving, terwijl door de coronapandemie het vliegverkeer juist halveerde. Eerder onderzoek uit 2002 naar de relatie tussen vliegtuiggeluid en geluidsoverlast lijkt daardoor verouderd, concluderen onderzoekers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Hoe het komt dat in 2020 meer mensen zich stoorden aan vliegtuiggeluid, weten de onderzoekers niet. „Meer mensen werkten door de coronapandemie thuis, dus misschien werden ze zich daardoor bewuster van geluidsoverlast”, denkt Abhishek Sahai, expert bij het RIVM op het gebied van vliegtuiggeluid. Maar ook andere factoren kunnen een rol spelen. „Misschien zijn mensen gevoeliger geworden voor het geluid, of is hun houding veranderd ten opzichte van de luchthaven”, zegt Sahai.
Het RIVM heeft de directe reden niet onderzocht en kan er daarom geen conclusies over trekken. Wel zag het instituut dat overal in Nederland de geluidsoverlast toenam. „Bij Rotterdam, Eindhoven en Maastricht werd wel iets minder hinder ervaren dan rondom Schiphol. Maar alsnog hadden ook daar meer mensen last dan in 2002.” Het gaat in het onderzoek om omwonenden van luchthavens die in de gezondheidsmonitor hebben aangegeven „ernstige hinder en slaapverstoring” te ervaren van vliegtuigen in hun omgeving.
In 2002 waren er meer dan 400.000 vliegbewegingen. Over het algemeen nam dat aantal in de jaren erna toe, tot het in 2020 daalde naar 227.000 vliegbewegingen.