Smeekbede om andere aanpak geschiedenisonderwijs door kabinet
De onderwijsministers moeten maatregelen nemen om het vak geschiedenis te verbeteren. Dat schijven historici en andere betrokkenen in een open brief in dagblad NRC. De lessen in geschiedenis zijn nu te vrijblijvend, te fragmentarisch en gewoon ook te weinig.
„Is het dan raar dat bij corona- en boerenprotesten gemakkelijk vergelijkingen met NSB’ers en landverraders worden getrokken? Waarom zijn we verbaasd dat mensen zo weinig weten over de rijke migratiegeschiedenis en het koloniale verleden van Nederland? Wie weet nog dat Nederland een republiek is geweest en wat de scheiding der machten betekent?”, vraagt het gezelschap zich vertwijfeld af.
„Historische kennis is geen medicijn tegen extremisme, maar het is wel een noodzakelijke voorwaarde voor een genuanceerde kijk op actuele ontwikkelingen in Nederland en in de wereld”, benadrukken de briefschrijvers. „Zonder historische kennis kan er maar wat geroepen worden. Of het klopt, maakt niet uit. Er is toch vrijheid van meningsuiting?”, schamperen ze.
„Wij roepen de ministers van Onderwijs op om maatregelen te nemen om het vak geschiedenis te versterken, in plaats van een subsidie hier en daar te schenken voor een werkgroep zus of zo. De docenten staan er klaar voor, de schoolboeken worden voortdurend geactualiseerd, de musea werken graag samen met de scholen. Doe iets!”, aldus onder anderen Maria Grever, lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Marjan de Groot-Reuvekamp, voorzitter Vakvereniging geschiedenisdocenten en Henk te Velde, voorzitter Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap.
Deze open brief is medeondertekend door Abdelkader Benali, schrijver en programmamaker, Hans Blom, voormalig hoogleraar geschiedenis en oud-directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), Thomas von der Dunk, cultuurhistoricus en publicist en Gert Oostindie, emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale geschiedenis.