Veenstra vergelijkt de versterkingsoperatie met de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. De nieuwe huizen die worden gebouwd zullen vijftig of zelfs honderd jaar blijven staan en meerdere generaties zullen hun leven erin doorbrengen, schrijft hij. „Dit vraagt om professionele begeleiding van bewoners en eigenaren in een gebied waar wordt gebouwd met een verleden en waar tegelijkertijd de toekomst wordt vormgegeven.” Architecten zijn opgeleid om vanaf het eerste ontwerp tot aan de oplevering bewoners en opdrachtgevers te begeleiden en moeten daarom een „fundamentele rol” krijgen, stelt hij.

Veenstra zegt te begrijpen dat de aardbevingsperikelen al jarenlang de levens van de bewoners in het getroffen gebied beheersen en dat zij graag zien dat haast wordt gemaakt. „Maar”, waarschuwt hij, „echt wezenlijke onderwerpen als oog voor de unieke landschappelijke en monumentale kwaliteiten van het gebied, de economische potenties, energietransitie, gebruik van duurzame bouwmaterialen en klimaatbestendigheid komen slechts beperkt aan bod.” Hij noemt het een „gemiste kans” als de versterkingsoperatie in 2028 is afgerond, zoals het kabinet wil, zonder dat de kwaliteit van leven in het gebied is verbeterd en het gebouwde geen toegevoegde waarde heeft voor toekomstige generaties.