Inzet is dat mensen de helft van de tijd thuis kunnen werken. Vaak spreken werkgevers en werknemers 40 procent af, maar Van Gennip wil bewust net wat hoger gaan zitten. „Veel mensen werken vier dagen en die gun je ook dat ze twee dagen thuis kunnen werken.” Meer dan de helft thuiswerken „vinden werkgevers niet prettig”, denkt zij.

Grenswerkers kunnen maar een kwart van de tijd thuiswerken. Anders vervalt het recht op sociale zekerheid in het land van de werkgever. Ook zijn er vaak nadelige fiscale gevolgen waar werkgevers voor terugdeinzen. Daar moet verandering in komen, nu deels thuiswerken na de coronapandemie ingeburgerd is geraakt, vindt ook Van Gennip.

Een noodregeling uit de coronatijd die ervoor zorgt dat grenswerkers nu nog thuis kunnen werken zonder gevolgen voor hun sociale zekerheid, loopt eind juni af. Van Gennip werkt al langer in EU-verband aan een blijvende oplossing. Ook staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit) probeert met Europese collega’s de fiscale regels voor grenswerkers te verbeteren.

De Tweede Kamer is daar evenwel niet gerust op. „Mensen verwachten een oplossing en het is iets te lang stil”, zegt VVD-Kamerlid Folkert Idsinga. Ook Inge van Dijk van het CDA en Romke de Jong van D66 vragen Van Gennip hoe de gesprekken lopen en wanneer zij een uitkomst verwacht, net als onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt.

De discussies blijken taai, maar vorderen wel, melden de bewindslieden „Wij zitten eigenlijk nog in de meest overzichtelijke situatie, namelijk dat we twee buurlanden hebben”, merkt Van Rij op. Maar België en Duitsland delen ook grenzen met andere landen. Daarom is het zaak met zoveel mogelijk landen tegelijk tot overeenstemming te komen.

Mocht dat niet op tijd lukken, dan gaat Nederland alsnog apart met België en Duitsland om tafel. Al zegt Van Gennip dat liever nog niet hardop om druk op de onderhandelingen te houden. Om diezelfde reden wil zij ook verlenging van de noodregeling nog niet als optie op tafel hebben.