Uitstoot broeikasgassen nam in 2021 weer toe in plaats van af
De uitstoot van broeikasgassen in Nederland is in 2021 voor het eerst in vijf jaar tijd gestegen. De definitieve uitstootcijfers over dat jaar tonen een toename van 1,8 procent ten opzichte van het jaar daarvoor, zo meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Dat terwijl Nederland en andere landen juist internationaal hebben afgesproken dat de uitstoot fors omlaag moet.
In de zogeheten emissieregistratie houden het RIVM en andere instituten precies bij hoeveel broeikasgassen de lucht ingaan. Naast koolstofdioxide (CO2) zijn methaangas en lachgas belangrijke gassen die bijdragen aan de opwarming van de aarde. Ze houden warmte vast in de atmosfeer en daardoor warmt de aarde op.
Dat de cijfers in 2021 hoger waren dan in 2020, was al duidelijk uit voorlopige cijfers. De definitieve cijfers bevestigen dat het zogeheten Urgenda-doel niet werd gehaald. Duurzaamheidsorganisatie Urgenda heeft via de rechter afgedwongen dat de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen vanaf 2020 minstens een kwart lager moest zijn dan in 1990. Die verplichting werd in 2019 door de Hoge Raad aan de Staat opgelegd.
Het doel werd met een fractie gemist, want de daling ten opzichte van 1990 bedroeg 24,9 procent. Dat is een iets beter cijfer dan uit de voorlopige cijfers naar voren kwam, want toen die vorig jaar verschenen leek het nog uit te komen op 23,9 procent. Urgenda noemde dat toen „een klap in het gezicht van de jongere generaties”.
Dat de uitstoot steeg in 2021 kwam volgens het RIVM vooral door de koude winter, waarin meer aardgas werd verstookt.