Deels vrijspraak voor ex-agenten die gelekt zouden hebben
Twee voormalige politieagenten zijn dinsdag bij de rechtbank in Almelo vrijgesproken van het lekken van informatie uit politiedossiers aan een grote wietbende in Almelo. Het Openbaar Ministerie had een maand geleden een jaar cel tegen hen geëist omdat ze, toen ze nog in functie waren, onrechtmatig in politiesystemen zouden hebben ingebroken en onderzoeksgegevens aan leidende figuren van de bende hebben doorgespeeld. Daarmee hadden ze zich volgens het OM schuldig gemaakt aan computervredebreuk, schending van het ambtsgeheim en deelname aan een criminele organisatie. De rechters vinden alleen de eerste twee aanklachten gegrond en heeft ze daarvoor taakstraffen opgelegd van 180 en 240 uur.
Dat de twee hebben ingebroken in politiesystemen en informatie met elkaar hebben gedeeld, gaven ze tijdens de behandeling van de zaak ook volmondig toe. Maar dat deden ze naar eigen zeggen alleen uit nieuwsgierigheid en persoonlijke interesse. De twee kenden enkele leden van de bende al van jongs af aan, ze groeiden samen op in dezelfde wijk in Almelo. Volgens de rechtbank had het er bij een van de twee wel de schijn van gehad dat hij een keer informatie in de systemen had opgezocht na contact te hebben gehad met een van de bendeleden, maar dat was te lang geleden om hem daarvoor te vervolgen. Verder oordeelde de rechtbank dat ze met het inbreken in computersystemen en het delen van informatie met elkaar zich niet als integer politieagent hebben gedragen en het beeld van de politie hebben geschaad.
Tenzij het OM nog in beroep gaat, is met de uitspraak een einde gekomen aan een zaak die al bijna vijf jaar sleept. De bende, die een groot netwerk van wietplantages exploiteerde, werd in september 2018 met een grootschalige politieactie in het Nieuwstraatkwartier in Almelo opgerold. Daarvoor waren de twee agenten al in beeld gekomen bij de interne recherche van de politie. Ze zaten twee keer enkele weken vast, werden geschorst en uiteindelijk op staande voet ontslagen.
Met de uitspraak volgt de rechtbank min of meer de verdediging die aanvoerde dat er voor samenwerking met een bende ‘geen enkel bewijs in het dossier was te vinden’, en het ondertussen alweer een hele tijd geleden was, en dat daarom hooguit een taakstraf op zijn plaats was.