Groep UvA-wetenschappers vindt uitsluiten Shell te grote inbreuk
Een groep van dertig onderzoekers en hoogleraren aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) vindt het te ver gaan om samenwerking met Shell of andere bedrijven voorlopig uit te sluiten. De wetenschappers reageren kritisch op de beslissing van het universiteitsbestuur om voorlopig geen nieuwe projecten te beginnen met het olie- en gasbedrijf of „soortgelijke bedrijven”. In een opiniestuk in universiteitsblad Folia maken tegenstanders van dat besluit duidelijk dat ze zich zorgen maken over „beperkingen in de academische vrijheid die dit besluit met zich meebrengt”.
De universiteit kondigde vorige week aan dat er een „UvA-brede discussie” komt over de banden met bedrijven als Shell. Vier lopende projecten, die zich bijvoorbeeld richten op schone energie en een beter milieu, gaan wel gewoon door. Maar van nieuwe projecten komt het niet, zolang het debat gaande is.
Daar kunnen de briefschrijvers zich niet in vinden. Ze schrijven dat overheid, wetenschap en samenleving „alle partners” nodig hebben voor de energietransitie. „Gerichte samenwerkingen met doordachte doelen” noemen ze sterker dan het „op voorhand uitsluiten van bedrijven”.
De wetenschappers maken zich „net als vele Nederlanders grote zorgen over de klimaatverandering en staan vierkant achter de broodnodige energietransitie en verduurzaming”, schrijven ze. Daar voegen ze aan toe dat zo’n transitie samen moet worden gemaakt. „Daarbij zullen nieuwe partijen het leven zien en bestaande partijen zich hervormen of belangen verliezen”, aldus de wetenschappers, die zijn verbonden aan de Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica.
„Wetenschappers proberen om nieuwe oplossingen te vinden, in samenwerking met maatschappelijke partners en het bedrijfsleven. Bedrijven hebben veel kennis en faciliteiten die essentieel zijn om de resultaten van ons onderzoek op grote schaal toe te passen in de praktijk”, zo staat in het artikel.