Onderzoekers zien sneller natuurherstel door bodemtransplantatie
Gezonde grond kan beschadigde natuur op veel plaatsen helpen te herstellen. Een zogenoemde bodemtransplantatie met een gezond gebied als ‘donor’ geeft het herstel een oppepper, melden onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Ze hebben 46 experimenten in zeventien landen gecoördineerd. De belangrijkste conclusie is dat de methode niet alleen in Nederland werkt, maar ook elders.
„Van de tropen tot en met de toendra maakt herstel van vegetatie met belangrijke plantensoorten daardoor aanzienlijk meer kans,” legt onderzoekscoördinator Jasper Wubs uit. „Vooral als je dit op grotere oppervlakten toepast.”
De onderzoekers ontdekten dat het herstel van de biodiversiteit aanzienlijk beter gaat als grond, inclusief de beestjes die daarin leven, wordt verplaatst naar beschadigd gebied, dan wanneer alleen plantenzaden of maaisel worden aangevoerd. Op welke manier een bodemtransplantatie de grootste kans op succes geeft in uiteenlopende gebieden, gaan de ecologen nog verder uitzoeken.
Natuurherstel blijft „lastig en vaak onvoorspelbaar”, klinkt het. Toch bieden de onderzoeksresultaten volgens het instituut „zeer interessante” uitkomsten voor natuurbeheerders en beleidsmakers. „Meestal wordt er alleen gekeken naar bovengronds herstel, maar wij laten nu zien dat de basis voor succes ondergronds gelegd wordt.”
NIOO-KNAW werkte voor het onderzoek samen met onderzoeksinstellingen in onder meer Brazilië, Duitsland, Estland, Spanje, de Verenigde Staten, IJsland en België.