Nederlands reddingsteam: kans nog iemand te vinden extreem klein
Het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR is zaterdag in Turkije opnieuw op zoek naar overlevenden van de aardbevingen. Maar „de kans dat we nog iemand vinden, die is extreem klein te noemen”, zegt teamlid Jop Heinen op de zesde dag sinds de aardbevingen plaatshadden in Turkije en Syrië.
Vrijdag wist het team een jongen van 8 jaar oud levend onder het puin vandaan te halen, 106 uur na de aardbevingen. Dat heeft hoop gegeven dat meer mensen gered kunnen worden. „Daarom zoeken we toch nog door”, zegt Heinen. Hoe lang de zoektocht doorgaat, kan hij niet zeggen. „Dat is ook aan de Turkse overheid om te beslissen.”
Heinen zegt dat minuten na de redding van het jongetje vrijdag een andere reddingsgroep juist een overleden kindje had aangetroffen. „Dat maakt dat we heen en weer geslingerd worden qua gevoelens en ervaringen die we hier als team beleven in het verlenen van hulp aan al die getroffen mensen.”
Het reddingsteam is actief in Hatay. In de nacht van vrijdag op zaterdag is het daar opnieuw koud geweest met een temperatuur in de ochtend van onder het vriespunt, aldus Heinen. „We gaan toch nogmaals een uiterste poging doen”, laat hij weten. Twee reddingsgroepen zoeken nu in het gebied naar locaties waar mogelijk nog mensen in leven zijn. In de middag worden zij afgelost door twee andere groepen. „We hopen toch net die minimale kans om nog iemand te treffen aan te kunnen grijpen en iets te kunnen betekenen voor die zwaar getroffen bevolking.”
In de afgelopen dagen heeft het Nederlandse reddingsteam twaalf mensen en een hond gered. USAR vertrok maandagavond vanaf vliegveld Eindhoven naar Turkije en zette dinsdag het basiskamp op in het rampgebied. Het team bestaat uit medewerkers van de politie, brandweer, ambulancediensten en Defensie die hiervoor speciaal zijn getraind. Ook zijn er acht reddingshonden met ze mee.
Het aantal doden in Turkije en Syrië na de zware aardbevingen van maandag steeg zaterdag naar ruim 24.000.