EU-hof: Nederland mag Turken na decennia niet zomaar uitzetten
Nederland kan niet zomaar drie Turken uitzetten die meerdere keren tot celstraf zijn veroordeeld maar al dertig jaar legaal in Nederland verblijven. De Raad van State moet beslissen of het intrekken van hun verblijfsvergunning niet te ver gaat, oordeelt het Europees Hof van Justitie.
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid besloot een vijftal jaar geleden in verschillende zaken de verblijfsvergunningen van de drie in te trekken, omdat zij een gevaar vormen voor de openbare orde. Vóór juli 2012 mocht de verblijfsvergunning niet worden ingetrokken van iemand die langer dan twintig jaar legaal in Nederland woonde. Nu kan dat wel, maar de drie Turkse staatsburgers bestrijden dat besluit en beroepen zich op een bepaling uit 1980 in de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije.
Die bepaling houdt in dat aan hen geen strengere eisen mogen worden gesteld dan de eisen die golden in 1980. Volgens de staatssecretaris geldt dat niet voor iemand die een gevaar vormt voor de openbare orde.
Volgens het EU-hof kunnen de mannen zich inderdaad beroepen op de oude afspraken. Maar het intrekken van de verblijfsvergunning kan wel gerechtvaardigd zijn als die noodzakelijk is om bescherming van de openbare orde te garanderen. Dat moet de Raad van State, de hoogste algemene bestuursrechter van Nederland, nu gaan uitmaken.