Chauffeurs en treinmedewerkers in streekvervoer staken vijf dagen
Duizenden buschauffeurs, treinconducteurs en machinisten in het streekvervoer leggen vanaf maandag vijf dagen het werk neer, hebben de vakbonden aangekondigd. De staking kan impact hebben op regionale bus- en treinverbindingen in het hele land. De actievoerders strijden voor een hoger loon. Ook willen ze dat er maatregelen worden genomen om de werkdruk en daarmee het ziekteverzuim te verlagen.
Het gaat om personeel van vervoerders als Arriva, Qbuzz en Keolis. In totaal zijn de twee cao’s waarvoor wordt gestaakt goed voor meer dan 14.000 mensen. Alleen in NS-treinen en in het stadsvervoer in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag werkt het personeel wel gewoon door, want die werknemers hebben eigen cao’s.
Een landelijke streekvervoerstaking zorgde er vorige maand al voor dat de dienstregeling van bussen en treinen twee dagen lang flink ontregeld raakte. De vervoersbedrijven stelden dat ongeveer 40 procent van het openbaar vervoer uitviel in verschillende regio’s. Volgens vakbond FNV was de werkelijke impact veel groter. „Wij denken dat er eigenlijk 70 procent niet reed”, zegt FNV-bestuurder Marijn van der Gaag.
De bonden zijn zich ervan bewust dat ze de reiziger duperen met hun actie. „Dat is heel zuur. Ook buschauffeurs doen niets liever dan mensen van A naar B vervoeren. Maar de grens is echt bereikt”, verklaart Van der Gaag. Vakbond CNV spreekt van een „noodsignaal”. De roosters zouden veel te krap zijn. Veel chauffeurs vallen daardoor ziek uit, met als gevolg dat anderen de gaten moeten vullen en dat de werkdruk nog verder oploopt.
Werkgeversorganisatie VWOV heeft aangegeven de staking onnodig te vinden. Tegelijkertijd noemt VWOV-voorzitter Fred Kagie de looneis van FNV „niet van deze planeet”. Voor de VWOV was de opstelling van de bonden reden om zelf ook een ultimatum te stellen. Als de bonden niet op tijd zouden ingaan op het laatste bod van de werkgevers, dan zou het vervallen. Dat laatste is inmiddels gebeurd. Kagie zegt wel weer met de bonden te willen praten, maar volgens hem is het dan nog maar de vraag of het eerdere loonbod van de werkgevers van 8 procent in 2023 opnieuw op tafel komt.