Dat maakte onderwijswethouder L. Geluk woensdag bekend.

Van de Rotterdamse kinderen verkeert 62 procent in een achterstandssituatie. In de overige grote steden is dat gemiddeld 48 procent, landelijk slechts 25.

Van de havo-leerlingen in Rotterdam slaagt slechts 43,4 procent. Van de vwo-leerlingen haalt daarentegen 72 procent zonder vertraging de eindstreep. Bij het vmbo lopen de cijfers uiteen, afhankelijk van de leerweg.

De meeste schoolverlaters kiezen voor een vervolgopleiding. De cijfers lopen uiteen van ruim 80 procent van de jongens uit het vmbo tot bijna 95 procent van de meisjes in het vwo. Hierdoor komen er steeds meer jongeren op de arbeidsmarkt met een startkwalificatie van een diploma op niveau 2 of hoger.

De Rotterdamse wethouder Geluk pleit ervoor dat alle Rotterdamse kinderen met 2,5 jaar naar de voorschool gaan, dat de standaardleertijd in het basisonderwijs wordt verhoogd van 23 naar 30 uur en dat moeders die het Nederlands onvoldoende beheersen vanaf 2006 verplicht een taalcursus doen.