Eerder was het beeld ontstaan dat de schoolbesturen af wilden van een vaste leerkracht voor een klas. Door mensen voor de klas te zetten die daarvoor niet zijn opgeleid, zou het lerarentekort kunnen worden verholpen. De minister liet direct weten tegen dit plan te zijn. Hij zei dat een bevoegd docent voor de klas standaard moet blijven.

Wiersma zei vrijdag voor het begin van de ministerraad dat docenten juist het vak gaan verlaten als iedereen maar les mag gaan geven. Hij vindt wel dat docenten in het primair onderwijs geholpen kunnen worden door bijvoorbeeld ondersteuning van onbevoegden bij het leesonderwijs. Andere taken die niet met onderwijs te maken hebben, zoals toezicht houden op het schoolplein en helpen met de kerstviering, kunnen ook worden overgenomen van leraren.

De bewindsman benadrukt dat scholen in Amsterdam samen met Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere meer speelruimte hebben gekregen om met noodoplossingen te komen tegen het lerarentekort. Dat moeten ze wel doen in goed overleg met leraren en andere betrokkenen. En dat was niet gebeurd toen de Amsterdamse schoolbesturen met hun plan kwamen. Wiersma wil duidelijk maken dat andere steden dit voorbeeld niet moeten volgen en heeft daarom ook duidelijk stelling genomen.

De achteruitgang van de kwaliteit van het onderwijs moet worden gestopt, aldus de minister. Salarisverhoging moet het vak aantrekkelijker maken, net als het verminderen van de werkdruk. Desondanks blijft er een flink tekort aan leraren. Daarom is in 2020 met een paar grote steden afgesproken dat zij als noodgreep onbevoegden voor de klas mogen zetten. Maar dit mag van Wiersma nooit standaardpraktijk worden. „Daar ben ik echt tegen.”