Overlevende ramp: we praten er als ouderen nog vaak over
Wim Koert uit Oude-Tonge was nog maar 13 jaar oud toen de Zuid-Hollandse plaats zwaar werd getroffen door de Watersnoodramp. Als tachtiger kijkt hij nu nog vaak met leeftijdsgenoten terug op de ingrijpende gebeurtenissen van zeventig jaar geleden.
„Ik ben voorzitter van de ouderenvereniging in Oude-Tonge en als we samen zijn praten we nog vaak over wat toen is gebeurd en de mensen die we hebben verloren”, zegt Koert. „We hadden in de aanloop naar de herdenking van dit jaar nog een themadag en daar kwamen 750 mensen op af.”
Koert herinnert zich nog goed dat zijn vader op de ochtend van de ramp riep dat ze snel naar de dijk moesten om voor het water te vluchten. „Mijn moeder was al overleden. Ik was samen met mijn vader en een zus. Toen we naar de dijk liepen, werd mijn zus plotseling door de stroom meegesleurd. Mijn vader kon haar nog net bij de haren grijpen.”
Koert en zijn vader en zus bereikten veilig de dijk, maar dat was niet het geval voor hun overburen. „Die dachten dat het geen vaart zou lopen en zijn verdronken.”
Koert en zijn familie vonden eerst enkele dagen onderdak bij een tante in Dinteloord (Noord-Brabant). Daarna werden ze opgevangen in Den Bosch. „Eind maart dat jaar keerden we terug naar Oude-Tonge en pas toen beseften we de omvang van de ramp. We hadden veel familie verloren. Onder meer mijn opa en oma en neven en nichten en hun ouders. En ook ben ik toen heel veel vriendjes kwijtgeraakt.”