Dichtslaande deuren. Syrisch vluchteling Nouha kan vanwege de oorlog niet tegen dat geluid
Waarom ik thuis niet meer met deuren smijt? De precieze reden weet ik niet, maar het moet iets met twee Syrische vluchtelingen te maken hebben, die ik afgelopen zomer sprak. Nouha Kadourma en Kamal Jacub heten ze. Twee zestigers die in de Iraaks-Koerdische hoofdstad Erbil verblijven.
Begin 2019 vluchtten ze met hun twee kinderen uit Syrië omdat de burgeroorlog er het leven ondraaglijk maakte. Ik hoor gruwelverhalen over inslaande raketten vlakbij huis, over geratel van machinegeweren. Wat ook niet meezat: het gezin woonde in gebied dat als christelijk bekend stond. Voor moslimrebellen waren daarmee alle bewoners regeringsgezind en dus doelwit. Tussen twee vuren zaten ze, zelfs letterlijk toen het regeringsleger hen als menselijk schild inzette.
Alweer vier jaar verblijven ze als vluchtelingen in Irak. Vluchtelingen dus, en als vanzelf komen bij mij dan beelden van vervuilde zwervers op. Volstrekt ten onrechte natuurlijk, en het echtpaar dat tegenover me zit voldoet al helemaal niet aan dat beeld. Sterker: de twee zien er gesetteld en welgesteld uit.
Hoe misleidend kan een eerste indruk zijn! Als Kamal en Nouha hun verhaal vertellen blijft één typering van hun huidige leven overeind: een zwerversbestaan. Zij was ruim dertig jaar docente op een middelbare school, hij bijna veertig jaar werkzaam als jurist. Ze leefden toe naar hun pensioen, maar van dat perspectief is niets over.
Van een opgebouwde pensioenpot is geen sprake meer, dus zal er tot op hoge leeftijd gewerkt moeten worden. Maar vluchtelingen uit Syrië mogen achteraan aansluiten bij het vinden van een baantje, ervaren de twee. Ook als het gaat om huisvesting is het tobben. Meermalen werden ze op straat gezet, nadat er betalingsproblemen opdoken vanwege een te hoge huur.
Hoe anders gaat het eraan toe bij de presbyteriaanse gemeente van ds. Samer Karam. Een gemeente die –in de woorden van Nouha– aanvoelt als een „nieuw thuis”.
Toch nog even terug naar die dicht slaande deuren. Dat geluid… Het slingert Nouha terug in die angstige tijd van toen, en daar kan ze niet meer tegen.
Zo’n kwetsbare vrouw gun je een veilige plek. De gemeente van ds. Samer Karam is dat voor haar en haar man.