OPCW: Syrië verantwoordelijk voor gifgasaanval in 2018
Er zijn goede redenen om aan te nemen dat Syrië verantwoordelijk is voor de gifgasaanval in april 2018 in het Syrische Douma. Dat wordt geconcludeerd in een rapport van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW).
Het onderzoeksteam van de OPCW stelt na een bijna twee jaar durend onderzoek dat op 7 april 2018 in elk geval één helikopter van het Syrische leger giftig chloorgas heeft laten vallen boven twee door burgers bewoonde appartementencomplexen in de stad Douma. Daardoor kwamen 43 mensen om, en tientallen anderen kregen het gif binnen. De internationale verontwaardiging was destijds groot.
OPCW-directeur Fernando Arias zegt dat de wereld nu de feiten kent. „Het is aan de internationale gemeenschap om actie te ondernemen.”
De OPCW houdt toezicht op naleving van het Verdrag chemische wapens dat sinds 1997 van kracht is. 193 staten, waaronder Syrië, hebben zich daarin verplicht te werken aan een wereld vrij van chemische wapens. In 2013 ontving de in Den Haag gevestigde organisatie de Nobelprijs voor de Vrede.
Syrië is het niet eens met de conclusies van de OPCW. De Syrische regering onder leiding van president Bashar al-Assad beweert dat rebellengroepen verantwoordelijk zijn voor de gifgasaanval. In Syrië woedt sinds 2011 een burgeroorlog.