Cultuur & boeken

De literaire verwerking van Auschwitz

Over het kampleven in Auschwitz-Birkenau verschijnen sinds een jaar of tien opmerkelijk veel romans.

Pieter Beens
27 January 2023 12:51Gewijzigd op 27 January 2023 13:14
Kamp Auschwitz. beeld EMG
Kamp Auschwitz. beeld EMG

Soms werpen ze nieuw licht op het vernietigingskamp, dat op 27 januari 1945 werd bevrijd. Maar romantisering en blinde vlekken liggen op de loer.

Hard en wreed is het leven in Auschwitz. In het vernietigingskamp komen mensen om te sterven. Worden ze niet direct naar de gaskamer gestuurd, dan bezwijken ze wel aan zware dwangarbeid of aan een van de vele infectieziekten die er rondwaren. Van de 1,3 miljoen mensen die naar het kamp worden afgevoerd, sterven er in totaal 1,1 miljoen.

Toch hebben de alom aanwezige dood, de zware arbeid, de volstrekte willekeur van de bezetter, de altijd knagende luizen en de ergste ziekten nooit helemaal de overhand. Soms zijn onder gevangenen de drang om te overleven en de angst om het laatste beetje beschaving te verliezen te groot. Dan gebeuren er onwaarschijnlijke dingen.

Onder de vettige rook van de gaskamers worden bijvoorbeeld boeken –streng verboden voor de gedetineerden– het kamp binnengesmokkeld. Soms ook brengt de wanhoop onvermoede talenten of karaktereigenschappen van de kampbewoners naar boven. Tachtig jaar later levert dat een bijna eindeloze stroom aan romans op over deze inktzwarte bladzijde in de menselijke geschiedenis.

Het boekstaven van al die verhalen begint min of meer met een biografie over een pubermeisje dat een bijzondere taak krijgt in Auschwitz. Wanneer er een paar boeken clandestien de barakken worden binnengebracht, krijgt de leesgierige Edita –”Dita”– Polach opdracht om ze te bewaren. Ongevaarlijk is dat niet: als de boeken ontdekt worden, kan dat Dita haar leven kosten.

bibliothecaresse.jpg

Twee leraren kijken angstig op. Ze hebben iets in hun handen wat streng verboden is in Auschwitz en als ze ermee gesnapt worden kunnen ze ter dood veroordeeld worden. Maar met die voorwerpen die zo gevaarlijk gevonden worden dat op het bezit ervan de hoogste straffen staan, kun je niet schieten, steken, snijden of slaan. Waar deze meedogenloze bewakers van het Derde Rijk zo bang voor zijn, zijn gewoon een stel oude boeken. (…) Want die vormen een groot gevaar, ze zetten aan tot denken.
(Antonio Iturbe, ”De bibliothecaresse van Auschwitz”)

Ergens rond 2012 hoort de Spaanse journalist Antonio Iturbe over Dita’s levensverhaal. Hij wordt erdoor gegrepen en verwerkt het tot een roman, ”La bibliotecaria de Auschwitz”. Iturbes boek wordt wereldwijd een succes. Er volgen diverse vertalingen, waaronder in Nederland, waar De Boekerij het boek in 2013 uitbrengt als ”De bibliothecaresse van Auschwitz”.

Het verhaal inspireert bovendien andere auteurs. Na ”De bibliothecaresse van Auschwitz” volgen tal van romans waarin het kampleven wordt beschreven aan de hand van één persoon of gebeurtenis. Centraal staan een violiste, een tatoeëerder, een apotheker, een fotograaf, een tweeling, een kleermaakster. En ook de ervaringen van een bokser, een jongen die zijn vader naar Auschwitz volgde, een roodharig meisje en een ”meesterontsnapper” geven stof tot schrijven. De titels van de Nederlandse uitgaven volgen bijna zonder uitzondering hetzelfde format: ”De xxx van Auschwitz”.

Samen schetsen de boeken een rijkgeschakeerd beeld van leven en dood in het grootste vernietigingskamp in de Tweede Wereldoorlog. Wat verklaart het ‘succes’ van de Auschwitzliteratuur?

Dita.jpg

We leefden in de verwachting dat we in juni, zes maanden na onze aankomst in Auschwitz, naar de gaskamers zouden worden gestuurd. Want bij onze namen stond ”6 SB”. Dat betekende Sonderbehandlung na zes maanden: ”speciale behandeling”, een eufemisme voor vergassing.
(Dita Kraus, ”Dita. Het waargebeurde en aangrijpende verhaal van de bibliothecaresse van Auschwitz”)

Laatste kans

Ongetwijfeld speelt tijd een belangrijke rol. Veel overlevenden spraken tot lang na de bevrijding van het vernietigingskamp weinig over de verschrikkingen die ze hadden doorstaan. Ze verdrongen hun traumatische ervaringen en wilden weer een gewoon leven leiden. Meer dan eens valt ook te lezen hoe mensen na de oorlog weigerden te geloven dat het er in de concentratiekampen zó meedogenloos aan toe ging. Veel verhalen gingen daardoor onuitgesproken mee het graf in. Nu de groep Auschwitzoverlevenden elk jaar verder krimpt en de nevelen van de geschiedenis de wreedheden van het vernietigingskamp dreigen te verhullen, rest er nog maar één kans. Als de verhalen nú niet worden verteld, verdwijnen ze voorgoed.

Wat daarbij helpt, is de toegenomen openheid. Mogelijk speelt ook het aanwakkerend antisemitisme mee. De pijn van de geschiedenis wordt immers alleen voelbaar wanneer hij wordt gedeeld.

Daardoor krijgen lezers 78 jaar na de bevrijding van het vernietigingskamp nog steeds nieuwe verhalen aangereikt. Bijvoorbeeld over hoe een tweeling de mensonterende experimenten van dokter Mengele moest ondergaan (in ”De tweeling van Auschwitz”) en hoe diezelfde wrede arts opdracht gaf om een schooltje te starten (”Het schooltje van Auschwitz”). Of over hoe een jongen van een jaar of 14 met tekeningen de verschrikkingen in Auschwitz in beeld bracht (”De jongen die Auschwitz tekende”).

18994264.JPG

Uit het raam van zijn kantoor keek Fred rechtstreeks uit op het plein van Crematorium II, dat was omheind met wachttorens en hekken die onder stroom stonden. Wanneer Walter hem kwam opzoeken dronk hij koffie aan de tafel bij dat raam en had hij datzelfde vrije zicht. Hij zag bijvoorbeeld de lenigheid waarmee een SS-officier op het dak van de gaskamer sprong en in positie ging zitten om de pellets Zyklon B uit te schudden. Vanuit hun beider uitkijkpunten konden Walter en Fred de doden tellen.
(Jonathan Freedland, ”De meesterontsnapper van Auschwitz”)

Romantisch beeld

De vele romans hebben echter ook een keerzijde: in een poging om het verhaal leesbaar te maken, veroorloven auteurs zich soms dichterlijke vrijheden. Meer dan eens ontstaat daardoor een bijna romantisch beeld van het kampleven. De aanduiding ”gebaseerd op een waargebeurd verhaal” levert daaraan een wat cynische bijdrage. Auteurs kunnen het zich daardoor namelijk permitteren om af te wijken van tijd en plaats als dat beter in de verhaallijn past. Mooie volzinnen en stilistische hoogstandjes dreigen bovendien de wreedheid van de kamppraktijken te versluieren.

Dat gevaar is nog groter in fictieve verhalen, waarin de verschrikkingen van de Holocaust soms worden verbasterd tot Hollywoodspektakel. In ”Bokser in Auschwitz” plaatst Shawn Hoffman bijvoorbeeld de underdog tegenover übermenschen. Hij gaat zelfs zo ver locaties en historische personen door elkaar te husselen om van de rauwe werkelijkheid een smeuïg verhaal te maken.

En dan is er nog het gevaar van afvlakking, waar de veelheid aan historische biografieën zelf debet aan is. Door de stroom aan romans dreigt Auschwitz nog slechts het decor te vormen voor een episch verhaal. Een verhaal ook waarin de ontberingen van andere kampbewoners buiten beeld blijven. Auteurs en lezers kunnen daardoor een blinde vlek ontwikkelen voor de manier waarop werd omgegaan met bijvoorbeeld Russische krijgsgevangen of zigeuners.

Bijna tachtig jaar na ‘Auschwitz’ moeten de verhalen over het kamp verteld blijven worden; niet alleen om de herinnering levend te houden, maar ook omdat ze nog steeds nieuwe zaken aan het licht brengen. Aan auteurs de taak om te zorgen dat ze de werkelijkheid niet in de weg staan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer