Bescherming Limburg tegen overstromingen zaak van lange adem
Het gaat jaren duren om overstromingen zoals die in juli 2021 in Zuid-Limburg zoveel mogelijk tegen te gaan. Want voorkomen gaat niet. Provincie Limburg, gemeenten, Rijk en Waterschap Limburg kunnen de overlast hooguit beperken, zei bestuurder Josette van Wersch van Waterschap Limburg donderdag in een reactie op een onderzoek van kennisinstituut Deltares over de aanpak van het hoogwater in Limburg. „Je kunt Zuid-Limburg niet vol bouwen met regenwaterbuffers”, zei Van Wersch. „Dan krijg je een kraterlandschap.”
Het onderzoek volgt op de overstromingen in de zomer van 2021 van met name de Geul, de Roer en de Geleenbeek die voor vele honderden miljoenen aan schade aanrichtten in onder meer Valkenburg en Meerssen als gevolg van extreme neerslag. In Zuid-Limburg vielen geen dodelijke slachtoffers, maar dat had zomaar kunnen gebeuren, aldus Deltares. Dat maakt het nemen van maatregelen extra urgent.
Volgens manager Theo Reinders van het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg duurt het klimaatbestendig maken van Limburg tien tot vijftien jaar. „We gaan nu aan de slag met het ontwerpen van maatregelen die werken. Maar daarbij moet eerst de vraag worden gesteld: wat willen we met Zuid-Limburg?”
De Limburgse gedeputeerde Lia Roefs wees erop dat het risico op nieuwe overstromingen onder meer dwingt tot een nieuwe oriëntatie bij de aanpak van het stikstofprobleem. Voor het zolang mogelijk vasthouden van extreem regenwater is vooral grasland nodig. „Ik moet met boeren afspraken maken”, zei ze. „Dat maakt dat we wellicht andere keuzes moeten maken bij het saneren van veehouders.”
Waterschap en provincie willen dat bij nieuwbouw rekening wordt gehouden met waterrisico’s. Daarvoor is echter nieuwe wetgeving nodig. Ook zouden mensen tuinen niet meer moeten vervangen door tegels, en regenwaterpijpen afkoppelen van de riolering. Dat alles kan niet worden afgedwongen, erkenden Roefs en Van Wersch. De nadruk wordt dan ook vooral gelegd op bewustwording.
Aan geld is er vooralsnog geen tekort. In totaal hebben Waterschap, Rijk en provincie zo’n 600 miljoen euro achter de hand om maatregelen uit te voeren.