De rechtbank in Zwolle veroordeelde verdachte Mark de G. in 2019 tot een gevangenisstraf van twaalf jaar en tbs met verpleging voor doodslag en het in stukken snijden van het lichaam. Vervolgens werden de lichaamsdelen in zakken in de kruipruimte onder de woning van de verdachte in Zwolle-Zuid verborgen.

De G. heeft bekend dat hij het stoffelijk overschot van zijn kameraad Deniz in februari 2018 heeft verminkt en verborgen, daar was het hoger beroep dan ook niet op gericht. Voor dat feit heeft het hof een straf van twee jaar opgelegd. Daarbovenop veroordeelt het hof de man tot een gevangenisstraf van elf jaar en acht maanden voor de doodslag, het voorhanden hebben van twee vuurwapens met munitie en het stelen van 1500 euro uit de kleding van het slachtoffer.

Volgens De G. pleegde de 38-jarige Deniz zelfmoord in zijn woonkamer, waarbij hij probeerde het wapen van hem af te pakken. Daarbij zou het wapen zijn afgegaan. Het hof heeft, net als de rechtbank, dit alternatieve scenario terzijde geschoven.

Anders dan de rechtbank heeft het hof geen tbs met dwangverpleging opgelegd, omdat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat De G. na zijn detentie een bedreiging vormt voor de maatschappij. In dat geval is oplegging van tbs wettelijk gezien niet mogelijk.