De Kamer debatteert woensdag over de excuses die Rutte op 19 december namens de Nederlandse regering uitsprak voor het slavernijverleden. Hij zei daarbij dat deze excuses „een komma, geen punt” moeten zijn. PvdA-Kamerlid Kati Piri vroeg het kabinet om daar in dit debat invulling aan te geven. Zij en anderen vroegen het kabinet onder meer naar onderwijs, onderzoek, voorlichting en herdenking.

Tunahan Kuzu van DENK vroeg het kabinet naar het fonds van 200 miljoen euro dat met de excuses werd aangekondigd. Hij wilde weten of dat bedrag niet „te karig” is. Kuzu vroeg ook D66-Kamerlid Salima Belhaj daarnaar, maar zij wilde dat het debat daar niet te veel over zou gaan.

Belhaj vindt debatteren over de financiële gevolgen van de excuses „afleiden van de essentie”, namelijk de excuses zelf. „Heel veel mensen die ik heb gesproken, hebben het helemaal niet gehad over het geld. Die hebben het gehad over wat het met hen doet, wat het betekent, wat ze nodig hebben. Dat de excuses oprecht moeten zijn. Daar zit de waarde in.”

Caroline van der Plas van de BoerBurgerBeweging vindt dat alleen over het slavernijverleden kan worden gesproken als ook wordt benoemd dat dit in het heden ook voorkomt, bijvoorbeeld bij de vervaardiging van chips. Daarin vindt ze Roelof Bisschop (SGP) aan haar zijde. Sylvana Simons voelt zich „persoonlijk” geraakt als deze link wordt gelegd. Moderne slavernij veroordeelt ze ook, maar dat is volgens haar „op geen enkele manier vergelijkbaar” met het „institutionele karakter” van het Nederlandse slavernijverleden.

Niet iedereen kan zich vinden in de woorden van Rutte dat het slavernijverleden doorwerkt in het heden. Bisschop vindt dat het kabinet moet verhelderen wat die link tussen het heden en verleden precies is. Marieke Koekkoek (Volt) zegt dat er voldoende bewijs is, al kan de directe link niet altijd kan worden gelegd, en vindt dat Bisschop een „rationele muur” opwerpt door hiernaar te zoeken.

Dat het kabinet excuses aan heeft geboden namens de regering kan overigens op brede steun rekenen, van de coalitiepartijen, de linkse oppositie en ook bijvoorbeeld BBB. De PVV en Belang van Nederland zijn het er niet mee eens.