Op de notitie staan aantekeningen over een plan om Hirsi Ali te vermoorden tijdens het afsteken van het vuurwerk. Het briefje is een van de aanwijzingen die het OM heeft voor de verdenking dat de terreurgroep Hirsi Ali en anderen wilde vermoorden. De groep zou het daarbij onder meer ook op Tweede–Kamerlid Wilders, burgemeester Cohen van Amsterdam en de Amsterdamse wethouder Aboutaleb hebben gemunt.

De advocaat van Jermaine, C. Starmans, zegt dat er na twee maanden onderzoek niet is gebleken dat de brief door zijn cliënt is geschreven of van hem is. „Hij heeft meegewerkt aan een schrijfproef." Volgens de raadsman is zover hem bekend ook nog niet vastgesteld dat de notitie door een van de andere verdachten is opgesteld.

Verder benadrukt Starmans dat Jermaine alle betrokkenheid bij terrorisme ontkent. „Ook heeft een getuige die mijn cliënt goed kent, aan justitie verklaard dat Jermaine niets van extremisme moet hebben. Hij is toevallig de broer van…, meer niet."

Onder de verdachten van de Hofstadgroep zijn de twee mannen die half november na een lange belegering in het Haagse Laakkwartier werden aangehouden. De twee die tijdens de massale politieactie in de Antheunisstraat werden opgepakt, bezitten de Nederlandse nationaliteit.

Een van hen is de broer van Jermaine, Jason W… Hij werd in zijn schouder geschoten, omdat hij niet voldeed aan de bevelen van het antiterreurteam dat hem moest inrekenen.

In de zogeheten Hofstadgroep zitten volgens justitie vooral jonge moslims uit Noord–Afrikaanse landen. Ook de 18–jarige Samir A., die vastzit voor het voorbereiden van aanslagen in Nederland, behoort daar volgens het OM toe. De van de moord op Theo van Gogh verdachte Mohammed B. had contacten met de verdachten uit de Hofstadgroep, zo is vastgesteld. Voorzover bekend wordt hij (nog) niet als een lid beschouwd.