Senator Joe Manchin is helder. „Het is ongelooflijk hoe dit kon gebeuren. Het is totaal onverantwoord.” Volgens hem zou de president „veel berouw moeten tonen” en zijn excuses aanbieden. Biden houdt echter vol dat er feitelijk niets aan de hand is.

Manchin, die binnen zijn partij bekend staat als dwarsligger, zei zondag dat het niet uitmaakt wie er fouten maakt. „Ieder die slordig is, moet dat herstellen en de consequenties dragen.” Impliciet verwees Manchin daarmee naar de vondst van geheime documenten bij voormalig president Donald Trump, die het bezit van geclassificeerde stukken zwaar wordt aangerekend.

De advocaten van Biden ontdekten van november 2022 tot januari 2023 meerdere keren een reeks geheime documenten. Zaterdag werd bekend dat zes extra documenten die als geclassificeerd waren gemarkeerd, werden gevonden in het huis van Biden in Delaware nadat het ministerie van Justitie vrijdag de woning van Biden bijna dertien uur had doorzocht.

Machin is niet de enige Democraat die publiek zijn ontstemming over de vondst bij Biden kenbaar maakt. Senator Dick Durbin zegt „bezorgd” te zijn. „Er is een standaard die we volgen als het gaat om geclassificeerde informatie. Dat stukken op de een of andere manier in dozen in de opslag terecht zijn gekomen, is gewoon onaanvaardbaar.”

De meeste Democraten zeggen echter dat hoe onzorgvuldig Bidens omgang met geclassificeerde documenten ook is geweest, het nog steeds beter is dan de handelwijze van Trump.

In een peiling van Ipsos van zondag zegt 34 procent van de Amerikanen dat ze denken dat Biden op de juiste manier omging met geclassificeerde documenten; 64 procent vindt dat hij ongepast heeft gehandeld. Die cijfers zijn beter dan die voor Trump; 77 procent zegt dat hij onjuist handelde.

Bij de Republikeinen klinkt harde kritiek. Vooraanstaand Republikeins afgevaardigde uit Kentucky, James Comer, zei zondag: „Ik heb de president op zijn woord geloofd toen de eerste set documenten werd gevonden en hij zei dat ze per ongeluk niet waren ingeleverd.” Maar na de vondst van vrijdag heeft hij zijn mening bijgesteld. „Het was onverantwoord, maar nu is het ronduit eng.”

Republikeinse afgevaardigde Mike Turner spreekt van een doofpot. De voorzitter van de Commissie Buitenlandse Zaken van het Huis van Afgevaardigden, de Republikein Michael McCaul, trekt de vergelijking met de Watergate-affaire.