FNV Streekvervoer: we willen waardering en respect van werkgever
Voor de duizenden buschauffeurs die donderdag en vrijdag het werk neerleggen is het hun „laatste dwangmiddel”. Dat zegt Sooi van Weegberg, voorzitter van FNV Streekvervoer en buschauffeur bij Arriva in Brabant-Oost. „De staking is een uiting van het feit dat wij van onze werkgever geen respect en waardering krijgen.”
„De problemen in het streekvervoer spelen al een tijd en die zijn nog steeds niet opgelost”, zegt Van Weegberg, doelend op de hoge werkdruk en het personeelstekort in de sector. „Het is geen incident meer, maar een structureel probleem. En als er schaarste is, zoals nu, dan moet je als werkgever iets bieden.”
In de nacht van dinsdag op woensdag liepen cao-onderhandelingen stuk en kondigden duizenden buschauffeurs, machinisten en conducteurs in het streekvervoer aan op donderdag en vrijdag te gaan staken. Ze willen een loonsverhoging en maatregelen om de werkdruk in het streekvervoer te verlagen. „Vanaf 2020 staan we stil”, zegt Van Weegberg, die ook bij het cao-overleg zat. „Vorig jaar hebben we als buschauffeurs een kleine correctie gekregen maar de inflatie is enorm gestegen. Dat moet gerepareerd worden.”
Maar volgens hem gaat het de vervoerders om veel meer dan het geld. Het draait ook om waardering en respect vanuit de werkgever, zegt hij. „Heel vaak word ik gebeld met de vraag of ik een andere dienst wil draaien, of ik op mijn vrije dag wil komen werken, of met de mededeling dat mijn verlof wordt geweigerd”, zegt Van Weegberg, die 38 jaar op de bus rijdt, over de hoge werkdruk.
Daar komen nog de reacties bij van passagiers die lang op een bus hebben moeten wachten omdat die niet of te laat kwam vanwege uitval van personeel. „Als ik dan langskom met de bus, krijg ik al het gedoe over me heen. Een hoop gescheld, teleurstelling, verdriet. Ik hou van mijn werk maar daar hoort wel een bepaalde beloning bij.”