Werkgevers streekvervoer kunnen impact staking lastig inschatten
De Vereniging Werkgevers Openbaar Vervoer (VWOV) vindt het moeilijk om in te schatten hoe groot de impact van de staking in het streekvervoer zal zijn. Vakbond FNV heeft aangekondigd dat in die sector donderdag en vrijdag het werk wordt neergelegd. Dat is het gevolg van stukgelopen cao-onderhandelingen in de nacht van dinsdag op woensdag. FNV-bestuurder Marijn van der Gaag weet zeker dat de impact van de staking „heel groot” zal zijn.
Volgens een woordvoerster van VWOV is het onder meer lastig om een inschatting te maken omdat alleen de FNV een staking heeft aangekondigd. Vakbond CNV heeft al gezegd niet direct mee te doen aan de stakingen. Die bond wil eerst aan de leden vragen of zij bereid zijn tot actie, en die peiling kost enige tijd, aldus CNV. Wel houdt de bond er rekening mee dat de achterban zich later bij de acties aan zal sluiten. FNV en CNV hebben respectievelijk zo’n 6000 en 2200 leden die vallen onder de cao streekvervoer, van de in totaal 13.000 werknemers.
Van der Gaag denkt dat door de staking het overgrote deel van de bussen niet zal rijden. „Al rijdt de helft niet, dan heeft dat invloed op bussen die wel rijden. Bijvoorbeeld als je van punt A naar punt C moet, en de bus van A naar B wel rijdt, maar die van B naar C niet”, legt Van der Gaag uit. Hij benadrukt bovendien dat CNV en FNV op één lijn zitten. „Maar de acties van donderdag en vrijdag komen voor CNV gewoon net te vroeg”, aldus de vakbondsbestuurder.
Vorig jaar was er een soortgelijke situatie, zegt de VWOV. „Toen hadden wij een cao-overeenkomst bereikt met CNV, maar riep FNV desondanks op tot een staking.” Tijdens de stakingen die volgden kon zo’n 70 tot 80 procent van het openbaar vervoer gewoon blijven rijden, meldt de woordvoerster.
Maar volgens haar blijft het „koffiedik kijken”. Zo is het volgens haar ook de vraag hoe groot de actiebereidheid is „met een loonbod van 8 procent op tafel.” Maar de kans dat FNV en VWOV nog tot een overeenkomst gaan komen waardoor de stakingen worden afgewend, acht de werkgeversvereniging klein.
Die kleine kans klinkt ook door in de reactie van Van der Gaag. „De werkgevers moeten eerst bij zinnen komen. Na twintig uur onderhandelen zijn zij niet van hun loonbod van 8 procent afgekomen, maar het is een kwestie van geven en nemen. Wij hebben geprobeerd om mee te denken met de werkgevers, met hun voorstellen. Maar andersom leek dat niet het geval. Dan zeg je op een gegeven moment: dit is wat het is.”