Risico op ic-opname als kind met astma nicotine binnenkrijgt
Bijna een kwart van de kinderen die met astma op de intensive care belanden is blootgesteld aan nicotine, stelt promovendus Shelley Boeschoten van het Erasmus MC in Rotterdam. Ze noemt sigarettenrook een van de grootste risicofactoren voor een ic-opname van kinderen met astma.
Jaarlijks belanden zo’n 2200 kinderen in het ziekenhuis met een astma-aanval. Van hen is 5 tot 10 procent zo benauwd dat ze naar de intensive care moeten. Bij 23 procent van deze kinderen vond Boeschoten nicotine terug in de urine. Bij kinderen met astma die op een gewone ziekenhuisafdeling lagen was dat 13 procent.
Een andere invloedrijke factor is de duur van de klachten. Als klachten langere tijd aanhouden, kunnen ze zo ernstig worden dat een kind naar de ic moet. Ook de leeftijd van het kind speelt mee: hoe ouder, hoe groter de kans op de ic te belanden.
Leeftijd is geen factor waar ouders invloed op kunnen uitoefenen. De blootstelling aan nicotine en de tijd die het duurt voor een kind met klachten door de dokter wordt gezien zijn dat wel, legt Boeschoten uit. Kinderen krijgen de nicotine binnen door sigarettenrook in te ademen, maar ook door bijvoorbeeld geknuffeld te worden door een ouder die net buiten een sigaretje heeft gerookt. Boeschoten: „Vaak zijn ouders zich er niet bewust van dat ze stoffen mee naar binnen nemen die voor hun kind met astma zeer schadelijk zijn.” En als klachten thuis niet herkend worden, kan een kind zo benauwd raken dat het een hartstilstand krijgt.
Het aantal kinderen met astma dat moet worden opgenomen op de intensive care is de afgelopen tien jaar verdrievoudigd, zegt de promovenda. Dat kan het gevolg zijn van meer luchtvervuiling en ook klimaatverandering. Maar welke invloed die zaken precies hebben, is volgens haar nog niet duidelijk.
Boeschoten onderzocht gedurende twee jaar in totaal 110 kinderen met astma op de Nederlandse kinder-ic’s en 111 kinderen met astma op een gewone ziekenhuisafdeling. Ze verdedigde deze week haar proefschrift.