Taal: een hete knoeperd
Wie voor zijn beroep mag schrijven, wil weleens meer dan het woordenboek. Om qua begrijpelijkheid niet helemaal uit de bocht te vliegen, is het goed om af en toe te controleren of een woord dat je typt ook in de rest van het land wordt erkend.
Onlangs interviewde ik iemand die zei dat hij, nadat hij naar verweggistan was verhuisd, niet voor ieder wissewasje bij zijn familieleden langs kon gaan. Ik dacht: wissewasje, is dat eigenlijk wel een bestaand woord? Nou en of, antwoordde het woordenboek. Betekenis: kleinigheid. En verweggistan? Volgens het Groene Boekje wel, mits je het met een hoofdletter schrijft: Verweggistan. Het is de naam van een fictief land, met een Perzisch achtervoegsel. Stan betekent in de Perzische taal: land. Vandaar ook Afghanistan, Pakistan, Tadzjikistan.
Over de herkomst van wissewasje is vrijwel niets bekend, zegt Wikipedia. Het bestaat al eeuwen, maar wie er de uitvinder van is, vertelt de overlevering niet. Wat dezelfde website wel weet te vermelden: sinds 1996 is het de naam van een zeldzame schimmel – waardoor het woord voor mij z’n Robijnlucht een beetje verliest.
Een andere lettercombinatie waarvan ik niet had gedacht dat het in de kolommen van de krant mocht komen is: ziezo. Maar het tussenwerpsel staat gewoon in de Dikke Van Dale, met als betekenis: uitdrukking van tevredenheid.
(Mag ik trouwens even van de gelegenheid gebruikmaken om de juiste spelling van sowieso onder de aandacht te brengen? Dat is niet: zo wie zo, zobiezo of zoïzo (vormen die echt in het wild voorkomen) maar: sowieso. En nu ik toch bezig ben: de juiste spelling van per se is dus ook niet persé of per zee, maar: per se. Ziezo, de schoolmeester heeft zijn plicht weer gepleegd.)
Een blijde verrassing was ook dat het woord knoeperd een plaats in het Groene Boekje heeft. Het bestaat nog niet zo lang; in de jaren 50 van de vorige eeuw werd het pas voor het eerst op krantenpapier gesignaleerd. In de Volkskrant van donderdag 24 januari 1952. In een feuilleton over Pa Pinkelman, geschreven door Godfried Bomans. Het gaat daar over een „hete knoeperd”, waarmee een harde trap tegen een voetbal wordt bedoeld. Sindsdien evolueerde de betekenis van knoeperd in rap tempo. Al in de jaren 70 had het de betekenis die het nu nog steeds heeft: een joekel. Een knoeperd van een taalfout is een heel grote taalfout, bijvoorbeeld.