Onderzoeker: uitspreken excuses slavernij belangrijker dan datum
Liever had historicus Gert Oostindie gezien dat Nederland pas op 1 juli volgend jaar excuses had aangeboden voor het slavernijverleden. Dat is ook wat hij het kabinet had aangeraden. „Maar goed, het is dan toch maandag gebeurd. Dat de excuses zijn uitgesproken is belangrijker dan de dag. Voor het proces hoop ik wel dat het kabinet erin slaagt om een aantal groepen die, om zeer begrijpelijke redenen, ongelukkig waren met de datum toch mee aan tafel te krijgen”, stelt Oostindie, emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale geschiedenis aan de Universiteit Leiden.
Oostindie woonde de toespraak van premier Rutte bij, en hij is positief over de boodschap. „Hij sprak daar namens de Staat en combineerde dat goed met het persoonlijke verhaal dat hij dingen vroeger niet begreep en nu wel. Onder de nazaten om me heen merkte ik dat het echt overkwam en binnenkwam. Bij hen overheerste tevredenheid dat de excuses zijn aangeboden en hoe.”
Rutte vertelde onder meer wat de tot slaaf gemaakten vroeger is aangedaan. Ze werden gemarteld, verminkt, gebrandmerkt en vermoord. Oostindie: „Het is goed om te benoemen wat er is gebeurd. Als we het hebben over de Holocaust noemen we ook de concentratiekampen en de gaskamers. Het maakt de geschiedenis tastbaarder, zeker omdat deze mensen onder het gezag van de Nederlandse staat gemarteld en vermoord zijn. Dat is het eerherstel waar groepen heel terecht om hebben gevraagd.”
De premier benadrukte dat de excuses een komma zijn en geen punt. Oostindie heeft er vertrouwen in dat het niet bij woorden blijft. „Je moet nu concrete plannen maken en die vastleggen: we gaan hierin investeren, dat doen we op die en die manier, en dan nemen we het in de begroting op. Dan moet je ook onder ogen zien dat het onmogelijk is om het iedereen naar de zin te maken. Het kabinet spreekt ook met geen woord over een individuele schadevergoeding voor alle nazaten. Er worden geen loze beloften gedaan.”
Oostindie heeft ook vertrouwen in de intenties. „In de gesprekken op het Catshuis viel op dat zes of zeven bewindspersonen in hun drukke agenda uren de tijd namen om hier met zo’n dertig genodigden over te praten. Je proefde de wil om het goed te doen.”
Sommige groepen wilden niet bij de excuustoespraak van maandag zijn. Ze hadden eigenlijk gewild dat de excuses op 1 juli volgend jaar zouden worden aangeboden. Dan is het 160 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft en 150 jaar geleden dat de laatste tot slaaf gemaakten echt vrij werden. Oostindie hoopt en verwacht dat deze tegenstanders wel meedoen aan volgende gesprekken. „Desnoods onder protest. Ik verwacht wat pragmatisme. Je moet niet accepteren dat groepen buiten de boot vallen.”
Oostindie geeft de komende jaren leiding aan een onderzoek naar de rol van het Huis Oranje-Nassau in de koloniale en slavernijgeschiedenis. Dat wordt uitgevoerd in opdracht van koning Willem-Alexander. Eerder leidde Oostindie onderzoeken naar het koloniale verleden van Rotterdam en Den Haag.