„De komende decennia wordt het nog drukker op de Noordzee”, schrijven de instellingen in een brief aan het kabinet. „We bouwen grote windparken om de klimaatdoelstellingen te halen, waardoor het ecosysteem nog meer onder druk komt te staan.”

Het kan ook anders: door allerlei maatregelen kan de impact van een windpark op het zeeleven worden verminderd. Zo kunnen oesterriffen worden aangelegd, kunnen de turbines onder water van gaten worden voorzien waar dieren in kunnen schuilen en bestaan diverse technieken om botsingen van vogels tegen de rotorbladen te voorkomen. De simpelste daarvan is een laagje zwarte verf: dat zorgt ervoor dat vogels een windturbine beter kunnen zien. Door stillere heimethoden kan ook de hinder van onderwatergeluid voor bijvoorbeeld dolfijnen en bruinvissen worden verminderd.

Op zich stelt de overheid in zogeheten tenders voor nieuwe windparken al steeds hogere natuureisen. Dat is echter „nog niet verankerd in wetgeving”, aldus de opstellers van de brief. Die is mede ondertekend door ASN Bank, ING, Rabobank, ABN AMRO en grote pensioenfondsen als ABP en PME. Zij vinden dat „natuurversterkend en natuurbeschermend” bouwen de standaard moet worden.

Voor de financiële instellingen gaat het ook om geld. Als de natuur niet goed wordt beschermd, brengt dat namelijk financiële risico’s met zich mee. „Wanneer de beleidsdoelen voor natuurherstel in de Noordzee niet gehaald worden, kan de uitrol van windparken op zee door gerechtelijke procedures op basis van bestaande natuurwetgeving worden vertraagd of zelfs stopgezet, waardoor investeringen in windparken ook risico lopen.”