„Apps die suïcide moeten voorkomen slaan aan bij behandelaren en patiënten”
Patiënten met suïcidale gedachten voelen zich er veiliger door en behandelaren hebben meer zicht op die gedachten: twee apps die zelfdoding moeten voorkomen, kunnen op waardering rekenen. Dat blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit (VU) dat eind november verscheen.
De BackUp-app vraagt gebruikers een zogeheten veiligheidsplan te maken. In zo’n plan vullen mensen samen met hun behandelaar en een naaste in wat ze gaan doen als ze gedachten aan zelfdoding hebben. Bijvoorbeeld wie ze uit hun omgeving kunnen bellen als ze suïcidale gedachten hebben.
De Ecological Momentery Assessment (EMA) app stuurt drie keer per dag een melding. Als dat gebeurt, kunnen patiënten onder meer aangeven of ze het gevoel hebben dat ze anderen tot last zijn en of ze gedachten aan zelfdoding hebben. Deze app is speciaal ontwikkeld voor het onderzoek van de VU.
Dat onderzoek richt zich op het gebruik van de apps in het leven van de patiënt en in de behandelkamer. Als de patiënt naar zijn behandelaar gaat, nemen ze samen de ingevulde gegevens in de EMA-app door. Daardoor wordt voor de behandelaar duidelijk hoe het na de vorige afspraak met zijn patiënt is gegaan. „Behandelaren en patiënten zijn positief over deze app”, zegt onderzoeker Wouter van Ballegooijen. „Het is fijn dat hij een compleet beeld schetst. Een patiënt weet vaak niet meer precies wanneer het beter of slechter met hem ging sinds de vorige behandeling. De app geeft dat echter nauwkeurig aan.”
De bedoeling van de BackUp-app met daarin het veiligheidsplan is dat patiënten het plan altijd kunnen raadplegen. De onderzoekers zijn er vanuit gegaan dat patiënten de app er zelf bij pakken als ze last hebben van suïcidale gedachten. „Patiënten voelen zich veiliger nu ze het veiligheidsplan altijd op zak hebben. De behandelaren vinden het fijn dat het plan zo concreet is.”
Waarom richt u zich in uw onderzoek op patiënten die onder behandeling staan vanwege suïcidale gedachten?
„Het gaat om een kwetsbare groep. En we hebben daar goed zicht op. Bovendien is het voor het invullen van de BackUp-app belangrijk dat behandelaren meedenken. Voor het invullen van het veiligheidsplan is zelfinzicht nodig. Zo moet je aangeven wanneer je merkt dat het niet goed gaat.”
Welke inzichten leverde de EMA-app op?
„Via de EMA-app hebben we mensen drie tot zes maanden gevolgd. We zagen dat gedachten aan zelfdoding per uur wisselen, maar soms ook per dag of maand. De ene keer zijn er plotselinge schommelingen, de andere keer geleidelijke.”
Welke waarde hebben die inzichten in de praktijk?
„Sommige patiënten zijn geneigd te focussen op hun slechtste momenten. Dankzij de gegevens in de EMA-app konden ze zien dat het ook weleens goed gaat.”
Hoe moeten de apps suïcide voorkomen?
„Voor nu is het vooral belangrijk dat het veiligheidsplan altijd dichtbij is en dat behandelingen dankzij de EMA-app gerichter kunnen plaatsvinden. De app maakt bijvoorbeeld duidelijk wanneer iemand gevoelig is voor sombere gedachten.
In de toekomst willen we de beide onderzochte apps met elkaar verbinden, als dat mogelijk is. Dus als de patiënt in de EMA-app invult dat het slecht gaat, moet de BackUp-app met daarin het veiligheidsplan een melding geven op de telefoon. De patiënt weet dan wat hij moet doen.”
Welke nadelen kleven er aan het gebruik van de apps?
„De EMA-app vraagt gebruikers drie keer per dag vragen te beantwoorden. Misschien vinden sommige mensen dat te veel moeite. Maar het is wel nodig om een beeld te kunnen schetsen voor de behandelaar.”
Hebt u hulp nodig? Dan kunt u contact opnemen met Stichting 113 Zelfmoordpreventie via 0900 0113 (24 uur bereikbaar) en 113.nl
onderzoeker Wouter van Ballegooijen over suïcidepreventieapps