NIOD onderzoekt handelen NS tijdens Tweede Wereldoorlog
Het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies start komend voorjaar met een groot onderzoek naar het handelen van de Nederlandse Spoorwegen (NS) tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat gebeurt in opdracht van de NS en gaat naar verwachting zo’n 3,5 jaar duren.
Het onderzoek spitst zich toe op de vraag in welke mate de NS verantwoordelijk en medeplichtig was met het faciliteren van de Duitse oorlogs- en vernietigingsindustrie. Onderzocht wordt hoe verschillende bestuurslagen, afdelingen en individuen van het spoorbedrijf tijdens de bezetting betrokken en verantwoordelijk waren voor het uitvoeren van transportopdrachten door de Duitsers.
Met het onderzoek wil de NS nieuwe inzichten verkrijgen over het functioneren van de NS tijdens de Duitse bezetting van Nederland. Een breed onderzoek komt tegemoet aan de maatschappelijke wens voor meer duidelijkheid over het functioneren van het bedrijf tijdens de Duitse bezetting en zijn verantwoordelijkheid bij de deportatie van vervolgingsslachtoffers.
Het onderzoek draagt volgens het spoorbedrijf ook bij aan het vergroten van de historische kennis over bedrijfsorganisaties in tijden van oorlog en bezetting in het algemeen.
De NS keerde vorig jaar 5498 tegemoetkomingen uit aan slachtoffers of nabestaanden van mensen die op transport werden gezet door de spoorwegen tijdens de Tweede Wereldoorlog. 804 slachtoffers kregen compensatie, de rest ging naar nabestaanden. In totaal keerde de NS 43 miljoen euro uit.
Het spoorbedrijf omschreef de transporten van mensen naar concentratie- en vernietigingskampen als een „zwarte bladzijde in de geschiedenis van het bedrijf”. De NS bood in 2005, zestig jaar na het einde van de oorlog, excuses aan voor de rol die het speelde.