Oud-generaal komt met onderzoek naar hulp aan Syrische rebellen
Is de hulp die het kabinet tussen 2015 en 2018 gaf aan meer dan twintig ‘gematigde’ Syrische rebellengroepen in verkeerde handen terechtgekomen? Die vraag moet het onderzoek van generaal-majoor buiten dienst Patrick Cammaert beantwoorden. Hij komt vrijdag met zijn bevindingen.
Met het zogenoemde NLA-programma werden geen wapens geleverd, maar voor 27 miljoen euro aan zaken als pick-uptrucks, computers, uniformen en nachtkijkers. De Kamer wilde er meer over weten, maar het werd tot staatsgeheim verklaard. Uiteindelijk besloot het vorige kabinet na aandringen van de Kamer toch nog akkoord te gaan met een onafhankelijk onderzoek.
Kamerleden wilden opheldering omdat een deel van de goederen in verkeerde handen zou zijn gevallen en omdat ze lessen voor de toekomst willen kunnen trekken. Volgens Nieuwsuur en Trouw waren spullen bij rebellengroepen terechtgekomen die mensenrechtenschendingen pleegden.
Minister-president Mark Rutte wilde geen onafhankelijk onderzoek omdat het volgens hem geen nieuws zou opleveren. Ook zouden opstandelingen die steun hebben gekregen er door in gevaar kunnen komen en zou het onderzoek tot spanningen met bondgenoten kunnen leiden.
Het vorige kabinet heeft toegegeven dat niet alles goed is verlopen met het NLA-programma dat bedoeld was om te voorkomen dat de gematigde Syrische oppositie zou marginaliseren. Onder meer de selectie van de rebellengroepen had beter gekund.