Marechaussee zoekt in Oekraïne naar bewijs oorlogsmisdaden
Nederlandse marechaussees staan oog in oog met gruwelen van de oorlog in Oekraïne. „Heftig”, zegt majoor Angelo Wouters. Een zoektocht naar oorlogsmisdaden.
Een Nederlands forensisch opsporingsteam heeft zes weken lang bewijsmateriaal verzameld over oorlogsmisdaden in Oekraïne. De veertigkoppige eenheid, onder leiding van majoor Angelo Wouters van de Koninklijke Marechaussee, werd beschermd door de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB).
Het forensisch team nam dertig ”crime scenes”, zoals Wouters ze noemt, onder de loep in de bevrijde regio’s Kiev, Charkiv en Poltava. „Elk zo groot als Nederland.”
Onderzoek in het mortuarium van Kiev heeft de meeste indruk gemaakt, zegt de net in Nederland teruggekeerde commandant. Het team heeft daar vijftig lichamen onderzocht van Oekraïense krijgsgevangenen die zijn omgekomen in het Russische kamp Olenivka.
De gevangenis werd begin augustus grotendeels verwoest, naar alle waarschijnlijkheid door een Russische raketaanval. Zeker 53 gevangenen kwamen daarbij om het leven. Rusland beschuldigde Oekraïne van de aanval.
Granaatscherven
„We hebben in Kiev de lichamen kunnen onderzoeken op scherven van granaten en raketten”, legt Wouters uit. „Een deel van de lichamen was ernstig verbrand, verkoold. Anderen verkeerden in vergaande staat van ontbinding.”
Het werk in het mortuarium in Kiev was „heftig” voor het team, dat gewend is forensisch onderzoek te doen op overledenen. „Het raakt als gesneuvelde militairen in grote aantallen worden binnengebracht, zeker leeftijdsgenoten. Maar het raakt ook diep als je de rouwende families ziet van onschuldige slachtoffers”, zegt Wouters. „In zo’n mortuarium zie je wat een oorlog doet. Confronterend.”
Voorbereiding op de gruwelijke omstandigheden is „heel lastig”, geeft Wouters aan. „Niemand is hierop voorbereid, hoe professioneel ook. De teamleden moeten elkaar daarom vooraf goed leren kennen om elkaar op de been te houden. Want we weten niet wat we zullen aantreffen.”
Het is gelukt bewijslast over Olenivka te verzamelen, zo blijkt uit de woorden van Wouters. Dat geldt voor alle dertig onderzochte locaties. „Wij hebben het verschil kunnen maken.” Lopende het onderzoek kan de detachementscommandant daar verder niets over kwijt.
Veroordeling
Het Nederlands forensisch opsporingsteam werkte op verzoek van Oekraïne onder de vlag van het Internationaal Strafhof (ICC). Het detachement, bestaande uit forensische, digitale en tactische rechercheurs, stelde objectief bewijs veilig, sprak met getuigen en verrichtte DNA-onderzoek. Verder legden de experts digitale informatie vast van telefoons, camera’s en computers.
Het onderzoeksteam stuurt de bewijslast naar het strafhof, dat bepaalt of het tot vervolging overgaat. „We hopen net het cruciale puzzelstukje te kunnen leveren dat leidt tot veroordeling van oorlogsmisdaders. Dat geeft ons voldoening en erkenning aan de Oekraïners.”
De inzet was niet zonder risico. Regelmatig ging het luchtalarm af. Dag en nacht. De Russen lanceren vrijwel dagelijks drones en kruisraketten op Oekraïne. „We moesten doorlopend alert zijn op mijnen van Oekraïne en Rusland en op niet-ontplofte raketten en granaten. Je kunt altijd snel iets over het hoofd zien.”